maandag 16 november 2009

Timmertje

"Timmertje! Timmertje!"
Ik ben bijna zeven jaar oud en mijn broertje en ik schaatsen op onze sokken - van die goede gladde - rond de salontafel, om de bank heen en draaien in de keuken een pirouette, om dan al glijdend de woonkamer weer onveilig te maken. Op de achtergrond schalt de stem van commentator Frank Snoeks bij de Winterspelen van 1998 in Nagano: "Timmertje! Timmertje! Wat ga je doen?" Wij schallen vrolijk mee.

Helaas lijkt de glansrijke schaatscarrière van sprintster Marianne Timmer nu voorgoed voorbij. Ze had nog één keer willen vlammen op het ijs in Vancouver, maar door een val op de 500m bij de World Cup afgelopen vrijdag, is Vancouver nu onbereikbaar. Drie maanden moet ze herstellen van verscheidene breuken in haar hielbeen en een scheur in haar enkelband. Doodzonde, zeker als je bedenkt dat een sporter jaren naar de Spelen toe moet werken, om daar te kunnen schitteren. Ook is het zonde dat haar niet het afscheid gegund wordt, dat ze voor ogen had.
Ik hoop dat ik haar nog minstens één keer kan zien schaatsen op tv. Ik wil nog één keer beleven, horen, schreeuwen:"Timmertje! Timmertje!"

woensdag 4 november 2009

Klassieke muziek

Nog één seconde blijft het stil. Nog even krijgt de laatste noot de ruimte om te vibreren over de hoofden van het publiek heen, tegen de achterwand aan te botsen en van alle kanten het gehoor te vullen. Dan komt het applaus als een golf over het orkest heengespoeld en het houdt pas op wanneer de dirigent voor de derde keer afgaat.

Gisteren was ik bij een concert van het Atheneum Kamerorkest waar Pieter, een klasgenoot, eerste viool speelt. Zij speelden een stuk van Haydn, 'De Klok', en een stuk van Mozart. Na de voorstelling kwam ik te weten dat hij dat stuk op zijn elfde heeft gecomponeerd. Speelde hij dan nooit eens normaal buiten, vraag ik mij dan af.
Wat mij het meest opviel, waren de veelzijdige indrukken die men kan ondervinden bij muziek. Het stuk van Haydn zat voor mijn gevoel vol emotie, fijngevoeligheid, afwisseling van hard en zacht en welplaatste herhalingen, waar het stuk van Mozart weer wat rustiger was, met daaroverheen een klaterend pianostuk. Pieter vond juist het stuk van Haydn wat saai en dat van Mozart vrolijk en, met zijn eigen woorden: "Nou ja, gewoon Mozart."

Nu ben ik toch wel enigszins geneigd om aan te nemen dat hetgeen Pieter zegt, een vrij grote kern van waarheid bevat, maar er is maar één manier om het voor mijzelf uit te vinden. En dat is gewoon meer klassieke muziek beluisteren. Want zo'n orkest blijft toch prachtig.

vrijdag 30 oktober 2009

De Leeuwenkuil: Deel IX

De Bruin inspecteert het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje voor de vijfde keer. De regen deert hem niet en zelfs het straaltje ijskoud water dat over zijn nek kruipt, kan zijn concentratie niet breken.
Zoek dit mans evenbeeld dat zich oostwaarts keerde, terug naar waar hij oorspronkelijk kwam.’
Er moet meer zijn dan alleen dit standbeeld. Maar wat? De Bruin weet zeker dat hij de woorden Gulielmo Primo eerder gezien heeft. Maar waar? Op het moment dat hij aan zijn zesde rondje wil beginnen, schiet hem iets te binnen. Het hoofdkantoor kan via de computer natuurlijk helpen met zoeken naar het andere standbeeld. Hij wenkt naar Kevin Sonderland. “Kan jij in de auto gaan navragen tot welke kunstwerken Willem de Tweede nog meer opdracht heeft gegeven? Dat wat we zoeken moet daar ergens tussen zitten.” Kevin komt onder de beschutting van de postzegelboom vandaan en loopt naar de auto. Van Baalen kijkt twijfelend heen en weer tussen Kevin en De Bruin, alsof hij niet weet wie hij in de gaten moet houden. Uiteindelijk kiest hij voor de droge, warme auto en gaat achter Kevin aan.
De Bruin loopt naar de zijkant van het standbeeld, uit het zicht van de auto, en mompelt enkele woorden in zijn jas: “Gulielmo Primo…Pater Patriae…Willem den Eersten” Hij kijkt omhoog naar de vorstelijke blik en een glimlach vormt zich om zijn lippen. “Verduveld Mike, je kunt het nog steeds”, zegt hij en loopt snel en zachtjes weg, de Heulstraat in.

De Bruin rent in volle vaart verder, hopend dat hij maar niet te laat zal komen. Johan de Witt op zijn Plaats, de Gevangenpoort, het standbeeld van Willem II, de aan hem gewijde fontein op het Binnenhof: De Bruin heeft geen oog voor deze stille getuigen van een rijke historie. Pas bij het Mauritshuis stopt hij met rennen, want daar is, tussen de groenbruine bladeren door, zijn doel te zien. Daar staat het evenbeeld, het tweede standbeeld van Willem van Oranje. Hij staat met zijn neus naar het oosten gericht, ‘terug naar waar hij oorspronkelijk kwam’.

De Bruin voelt op één of andere manier een déjà-vu aankomen, terwijl hij rondjes loopt om het standbeeld op het Plein, als het mobieltje in zijn broekzak begint te trillen.
“Met De Bruin.” “Hallo Jaap, met mij.” De stem aan de andere kant van de lijn klinkt vreemd vertrouwd. “Mike? Mike van Hasselt? Thomas Michaël van Hasselt?” “De enige echte.”
De Bruin staat met open mond te luisteren. Hoe komt Mike in hemelsnaam aan zijn nummer? “Kijk niet zo verbaasd, Jaap. Het is niet zo moeilijk om het nummer te vinden van iemand die nooit van mobiel wisselt. Kom je even wat eten?” “Maar…maar waar?” “Zie je de Subway?”
De Bruin kijkt naar de Subway aan de zuidoost kant van het Plein en laat zijn mobiel op de tegels kletteren als hij ziet wie daar vrolijk staat te zwaaien. Het is Mike van Hasselt.

De Bruin kijkt naar de man op de stoel tegenover hem. Hij ziet er sjofel uit in een te groot trainingspak, zijn baard is ongeschoren en de zwarte haardos is na drie jaar doorvlochten met grijze haren, maar de schittering in de helderblauwe ogen is nog steeds hetzelfde.
“Ik wil je graag de reden geven waarom ik jou enigszins onverwacht heb bezocht”, zegt Mike met een kort lachje. Hij haalt een dikke, gele envelop tevoorschijn en legt het op het tafeltje tussen hen in. Met rode letters is er STAATSGEHEIM op gestempeld.
De Bruin staat op het punt om los te barsten in een stroom van vragen, maar Mike schudt zijn hoofd. “Lees het, begrijp het en publiceer het, maar stel alsjeblieft geen vragen. Ik ben er niet klaar voor. Niet nu.” Mike kijkt De Bruin aan. “Ik weet dat het oneerlijk is tegenover jou, maar ik heb mij de afgelopen jaren alleen bezig gehouden met het naar buiten brengen van dit document.” Mike zucht. “Ik heb geen tijd gehad om alles te verwerken, Jaap. Het is gewoon nog teveel.”
De Bruin knikt en laat zijn hand rusten op het vergeelde papier van de envelop. Hij ziet dat er een last van zijn vriend is afgevallen, maar voelt ook de borrelende onrust. “Wat ga je nu doen?” “Ik ga zo ver mogelijk weg, weg om dit alles te vergeten. Ik heb met een vals paspoort iets weten te regelen aan boord van een schip in Rotterdam. De kapitein is nog een oude vriend van me uit de marine, goeie vent.”
“Dus je gaat?” Mike kijkt nog even naar de rode letters op de envelop. “Ja, ik ga.” Hij staat op, omhelst zijn vriend en drukt hem iets in de hand. “Tot ziens Jaap, het ga je goed.”
De Bruin kijkt zijn vriend na die het Nederlandse herfstweer in duikt, op weg naar betere oorden. Als Mike uit het zicht is verdwenen, opent hij zijn hand en inspecteert het voorwerp dat op zijn handpalm rust. Het is een gouden speldje, gegoten in de vorm van een leeuw.

maandag 26 oktober 2009

In de jacht naar antwoorden

Normaliter verwacht ik geen diepgaande stukken doorspekt met goede journalistiek als ik de MSN-startpagina van mijn internetbrowser open, en de meeste nieuwtjes die ik daar vind voldoen ook ruimschoots aan deze verwachting. Ik verbaasde mij dan ook enigzins toen ik vandaag bedacht dat er een diepere filosofische laag achter een van de stukjes zat.
Het betreft een nog ongepubliceerd essay van twee natuurkundigen, werkzaam bij CERN en zijn deeltjesversneller (LHC). Hierin redeneren zij dat de natuur vanuit de toekomst ingrijpt om ontdekkingen die in de nabije toekomst worden gedaan tegen te werken, met name de ontdekking van het 'Higgs-boson' of 'God-deeltje'.
Dit verklaart volgens de twee wetenschappers de vele tegenslagen die het project te verwerken heeft gekregen.

Interessanter dan de vraag of deze wetenschappers niet iets te veel stripboeken hebben gelezen, leek mij de aanwezigheid van de universele zoektocht naar verklaringen in dit verhaal. Ieder mens zoekt op zijn eigen manier vrede met de dingen die menselijke geest niet kan bevatten. Sommige zoeken het bij God, andere bij het fatum en deze wetenschappers bij het terrein waar zij zo bekend mee zijn: de natuur.
Ik denk dat de mens behoefte heeft aan iets wat boven hem staat, want zijn hele sociale en natuurlijk omgeving bestaat immers uit hiërarchische verbanden, waarin verschillend de rol van heerser en onderworpene wordt aangenomen. Bovendien is er voor de meeste gebeurtenissen te bewijzen wie of wat daarachter zit en hoe het precies werkt. Dus waarom zou dit niet zo zijn bij de dingen die te hoog gegrepen lijken voor een aardse macht?

Wat denk jij ervan? Hebben mensen altijd hogere machten nodig? Of kunnen zij ook prima leven zonder verklaringen? Laat je reactie achter en voeg iets toe aan deze gedachtengang.

zondag 25 oktober 2009

Pre-tastisch!

Een onmisbaar aspect van het studeren is toch wel het studentenleven. De vrijheid, de voedzame maaltijden, een topfit lichaam, de studievereniging, de borrels waar het gulden vocht altijd rijkelijk stroomt: ik moet bekennen dat ik er echt naar uitkijk. Daarom is het ook zo fantastisch dat we ook bij Pre-University een studievereniging hebben, namelijk Pre-Union. (Ik vrees dat ze ten tijde van het bedenken van de naam niet heel erg creatief waren.) Vorig jaar heb ik een hoop activiteiten moeten missen, maar dit jaar ben ik van plan om dat ruimschoots goed te maken met bijvoorbeeld het Polderkamp, een reis naar het Europees Parlement en de maandelijkse borrels.
Vandaag heb ik als 'mentor' gefungeerd bij de introductiedag voor de eerstejaars. Met dezelfde energie als bij theatersport kan je dan mensen hints laten spelen, krantenmeppertje of het bestuur laten inmaken met trefbal.
Op zo'n middag kunnen de eerstejaars zien dat Pre niet alleen maar bestaat uit 'hard werken' en dat, die paar gijze muizen daar gelaten, de medestudenten ook hele gezellige mensen zijn.
Als afsluiter van een mooie dag, heb ik nog in de ondergaande zon een biertje gedronken. Alsof het altijd zomer is.

zaterdag 24 oktober 2009

Eigen schuld, dikke portemonnee

Door de huidige crisis gaan er een hoop eerlijke en hardwerkende mensen ten onder, die je dat het minst van alles gunt. Helaas zijn er ook mensen die net willen doen alsof ze eerlijk en hardwerkend bezig zijn geweest, maar bij wie het in werkelijkheid nogal eens heeft geschort.

Zoals bijvoorbeeld een Dirk Scheringa. Hoewel hij in korte tijd is opgeklommen tot de status van held van het gewone volk en onder zijn eigen werknemers nog steeds een goede naam heeft, is nu toch het evidente boven water gekomen. De producten die de DSB Bank verkocht heeft, zowel als hun handelswijze, waren niet allemaal even juist en eerlijk. De curatoren hebben vastgesteld dat de DSB Bank haar grote uitgaven dekte met kleine stukjes inkomsten. En als die kleine stukjes inkomsten wegvallen, blijft er van heel DSB niet zo veel meer over. Van AZ tot het Scheringa museum voor Realisme aan toe. En daar helpt geen enkel ontwijkend antwoord in een interview met Pauw&Witteman aan.
Iemand anders die ook groter leed had kunnen voorkomen is, zo blijkt uit intern e-mail verkeer, Marco Borsato. Onze allom geliefde balladeer was al in mei op de hoogte van een nakend faillissement, maar is niet op een investering van 6 miljoen ingegaan. Is toch een stukje boekhouding.

Ach ja, zo'n crisis werkt ook als katalysator in onze zoektocht naar betere tijden. En kijk eens naar de goede dingen die we er aan over houden. DSB Bank spaarders krijgen hun geld op tijd terug voor de kerstaankopen en er mogen weer hordes fans in het Gelredome op en neer springen op nummers van Ali B, Yes-R en Marco Borsato. Ja, wat zou jij doen dan?

vrijdag 23 oktober 2009

De Leeuwenkuil: Deel VIII

De Juliana van Stolberglaan rolt voorbij aan de banden van de Ford Escort. De gedachten van De Bruin zijn verstrengeld in een wirwar van losse flarden, terwijl hij zijn ogen strak op de weg gericht houdt. Hij begint zich mateloos te irriteren aan de wachttoon in zijn rechteroor. Gefrustreerd gooit hij zijn mobiel in de passagiersstoel. Waarom neemt Sonderland dan ook niet op, juist nu het zo belangrijk is?
Een vaag zoemend geluid dringt door tot De Bruin: zijn mobiel! “Kevin, Kevin, luister! Ik heb het gevonden!” Hij passeert de Koninklijke Bibliotheek. “De laatste aanwijzing deed het hem! Denk eens na, waar denk je aan bij een vrijpostige, zegeltjessparende boom?” De cynische opmerking aan de andere kant van de lijn kan De Bruin niet deren. “Nee, de postzegelboom natuurlijk.”
Met de stoplichten op rood draait De Bruin het Spui op. “Weet je niet wat de postzegelboom is? Wat leren ze jullie dan wel tegenwoordig? Oké, denk aan iets koninklijks en dan aan de zin ‘Eenzaam maar niet alleen’.”
Het theater aan het Spui zoeft voorbij en de Grote Marktstraat is geen enkele blik waard. Het moet alsmaar verder. “Ja, inderdaad, Wilhelmina! En waar staat die zin, vereeuwigd in een monument van steen? Precies, op het Noordeinde. Je begint het door te krijgen.”
De vlaggen naast de Hofvijver wapperen in de wind. “Waar ben je nu? Mooi, kom direct naar Noordeinde, ik zie je daar over vijf minuten.”

Zelfs na het euforische telefoontje van De Bruin had Kevin Sonderland nog zo zijn twijfels, maar nu hij hier staat, valt alles op zijn plek.
Tussen de bomen door en over de daken heen is de kerktoren van Sint Jacobusparochie te zien. Aan de andere kant prijkt het hek van paleis Noordeinde. Daartussenin staan het monument voor koningin Wilhelmina en de postzegelboom, waar hij nu onder staat om te schuilen tegen de druilerige regen.
Maar te midden van dit alles staat het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje, koning Willem I, de man waar het allemaal om gaat. De Bruin is er al zeker vijf keer omheen gelopen, op de voet gevolgd door een argwanende Van Baalen. Die is vastbesloten zich niet nog een keer voor de gek te laten houden.
Kevin rilt en probeert met zijn armen de warmte weer in zijn lijf te slaan. Ze hebben het standbeeld gevonden, maar hoe moeten ze nu het volgende vinden? Vanuit zijn ooghoek ziet Kevin dat De Bruin zich losmaakt van het standbeeld en gebaart dat hij moet komen.
“Kevin, ik denk dat ik het gevonden heb.” Er is een schittering in de ogen van De Bruin. “Kan jij in de auto gaan navragen tot welke kunstwerken Willem de Tweede nog meer opdracht heeft gegeven? Dat wat we zoeken moet daar ergens tussen zitten.”
Kevin knikt en loopt naar de auto, geparkeerd naast het hotel. Hij wordt ingehaald door Van Baalen, die naast hem komt lopen. “Misschien kan ik nog helpen met zoeken,” zegt hij. Kevin zucht onhoorbaar en gaat in de auto zitten.

Drie minuten later stapt Kevin uit de auto en loopt terug naar De Bruin. Het hoofdkantoor kon vele links vinden met betrekking tot koning Willem II, maar geen enkele leek hem of Van Baalen relevant.
Hij loopt een rondje om het standbeeld, maar De Bruin is nergens te bespeuren. Afgezien van wat voorbijgangers is het plein leeg. “Als dit weer één van jullie misselijke grapjes is, dan zwaait er wat, horen jullie me!”, schreeuwt Van Baalen met een rood hoofd. Kevin hoort de dreigementen, maar voelt dat hier meer aan de hand is dan zomaar een grap.

maandag 19 oktober 2009

Wind'streken

Wind mee
De bomen waaien woest
hun herfstblaadjes naar beneden waar ze,
nauwelijks van de schrik bekomen,
om het hardst rondjes tollen
De wielen van mijn fiets draaien
minstens even hard
Rubber verruilt in razend tempo
de ene klinker voor de andere
De wind waait me feller, harder, sneller
in de richting van de horizon
Als in een waas trekt de wereld aan mij voorbij
Minuten worden seconden, geluiden worden stiltes
en het rode stoplicht is allang geen verplichting meer
Ik vlieg en raak nog slechts in theorie
daadwerkelijk de grond
Want ik zie toch dat ik vlieg?
Ik voel toch dat ik vlieg?
Ik weet dat de wind mij met
al zijn macht omhoog wil duwen
omhoog, het luchtruim in
Zie mij, de vliegende fietser

Tegenwind
Ja, dat is gewoon klote

zaterdag 17 oktober 2009

De Leeuwenkuil: Deel VII

Onder de spitse blik van een heilige visser
Is een man van stand aanwezig
Eenzaam maar niet alleen,
In het gezelschap van goede huize

Zelfs als ze op rijtje staan, wordt De Bruin er niets wijzer van. Hij strijkt door zijn haar en slaakt een diepe zucht. Gisteren was het erg hectisch, maar het laatste wat hij nu kan gebruiken is een lange, saaie kantoordag. Hij moet de ruimte hebben om zijn gedachten te kunnen ordenen.
De deur maakt het geluid van geklop op hout. “Binnen”, zegt De Bruin. Vanuit de geopende deur loopt hoofdcommissaris Jan de Goede het kantoor van De Bruin binnen en gaat op de stoel voor zijn bureau zitten.
“Goedemorgen, hoofdcommissaris.” “Goedemorgen inspecteur De Bruin.” De Bruin slikt maar de opmerking in dat hij toch wel degelijk hoofdinspecteur is. “Hoe gaat het met het onderzoek?” “We doen ons uiterste best, meneer. We hebben nu twee aanwijzingen en het lab is bezig met de vingerafdrukken. We verwachten de resultaten in de loop van de dag.” De hoofdcommissaris inspecteert de pluisjes op zijn broek en veegt ze eraf. “Goed zo, daar ben ik blij om”, zegt hij half afwezig.
Opeens kijken zijn ogen recht in die van De Bruin. “Waar ik minder blij mee ben, is met wat er gister is gebeurd.” De Bruin slikt. Hoe weten ze van het rendez-vous in het park? “De manier waarop brigadier Van Baalen het riet in is gestuurd met een misplaatste grap, getuigt niet van veel professionaliteit.” Een kort nerveus lachje ontschiet De Bruin. “Excuses meneer, maar u begrijpt net zo goed als ik dat dergelijke grapjes niet serieus bedoeld zijn. Het is manier van het tonen van collegialiteit.” De hoofdcommissaris buigt zich naar De Bruin toe. “Dan zou ik als ik u was maar een andere manier vinden, want als u zo doorgaat, wordt u van deze zaak gehaald.”
Voor een paar seconden is het flitsende oogcontact tussen de twee het enige geluid in het kleine kantoortje. De telefoon begint te rinkelen en De Bruin haalt uiterst beheerst de hoorn van de haak.
De stem aan de andere kant van de lijn klinkt angstig en beverig. Het is zijn vrouw. “Jaap, kom alsjeblieft naar huis…er is iets vreselijks gebeurd…hij was hier, Jaap, hij was hier!” “Wat is er toch aan de hand?” De stem van zijn vrouw verandert van toon. “Kom nú naar huis Jaap! Nu!”
De verwonderde blik van de hoofdcommissaris kan alleen maar toekijken terwijl De Bruin het kantoortje uitstormt.

Hij hoefde alleen maar de grote, zwarte letters op het behang van de woonkamer te zien, of hij wist dat Mike ook bij hem langs was geweest. Ergens had hij het al geweten.
Nadat hij de situatie aan zijn vrouw had uitgelegd, bleef zij met de enige logische vraag zitten: “Maar waarom? Waarom heeft hij dit gedaan?” Dat was de vraag waar De Bruin ook geen antwoord op wist, maar hij wist wel waar hij moest zoeken. Het antwoord lag verscholen in de vier regels op zijn bureau en de woorden op zijn behang:

Nabij staat een boom van de oude stempel
Vrijpostig zijn zegeltjes te sparen

Zoek dit mans evenbeeld dat zich oostwaarts keerde
Terug naar waar hij oorspronkelijk kwam

- Van Hasselt -

De Bruin loopt zijn voordeur uit, tevergeefs proberend een sigaret aan te steken in de speelse wind. Hij rookt al tien jaar niet meer, maar de stress van het moment is hem teveel geworden.
Op de hoek van de straat blijft hij staan en leest het straatnaambordje: 'Van Imhoffstraat’. En daaronder: ‘Gustaaf Willem van Imhoff, 1705-1750, …’. De Bruins ogen glijden af richting het einde van de straat, waar de herfstblaadjes verstoppertje spelen.
Als door de bliksem getroffen verstart zijn blik en opeens sprint hij ervandoor. Nog geen dertig seconden later racet er een zilverkleurige Ford Escort langs een halfopgerookte peuk.

donderdag 15 oktober 2009

Kan het nog even wachten?

Sommige mensen doen niet aan Valentijnsdag, omdat ze vinden dat het veel te commercieel is. Maar het toppunt van commercie ligt niet in het begin van de lente, maar in het begin van de herfst. Nog voordat de eerste herfstblaadjes zijn gevallen, liggen de pepernoten allang in de schappen en de winkeliers denken ook dat men in september 's avonds door een leuk verlichte winkelstraat wil lopen. Om half tien zit iedereen toch echt thuis voor de buis.
Een uitschieter van deze negatieve trend bevindt zich helaas in het winkelcentrum Rokkeveen. Vandaag, 15 oktober, staat er officieel een oliebollenkraam op de parkeerplaats bij de AH. Dat betekent dat je je nog zeker twee en een halve maand kan storen aan het gebrek aan parkeerruimte, een stukje horizonvervuiling en het feit dat als je er langs rijdt, je spontaan honger krijgt. Het gedrocht heeft zelfs een dakje van plastic dakpannen. Alsof het een oliebollenhúis is. Die van vorig jaar had tenminste het fatsoen om er met grote neonletters Oud-Hollansche Gebakkraam op te zetten. Deze heeft alleen maar plastic dakpannen.
Toch wel jammer.

dinsdag 13 oktober 2009

Toets af en tijd te veel

Het is de laatste week voor de vakantie en de gymzaal is omgetoverd tot een resultatenfabriek. De met kennis overladen leerlingen komen erin, en middelmatig gemaakte proefwerken rollen eruit.
Op het moment dat er nog vijf minuten resten, waarin je nog snel die laatste drie opgaven moet zien te maken, denk ik altijd even met weemoed terug aan onze vroegere jaren. Net lang genoeg om me te verzuchten over de zeeën van tijd die je na een proefwerk had. Je kon bij wijze van spreken het volgende proefwerk nog gaan leren.
Wat je ook kon doen, was gedichten maken. Dat deed ik toen eigenlijk nog niet, maar sinds een jaar of twee heb ik sporadisch toch een gedicht gemaakt nadat ik klaar was met een toets. Deze proefwerkpoëzie zal hier dan ook verschijnen tijdens de proefwerkweken.
Vandaag alvast een begin, en later hopelijk een vervolg, want die 120 min wiskunde had ik vandaag echt wel nodig.


Met de wind waaien mijn gedachten
verfrissend mee naar buiten
Vanuit het klamme klaslokaal,
over de radiator heen,
naar waar de vogels door
boomtoppen fladderen

Voor altijd buiten wil ik zijn
Onder de ogen van de zon
en in de armen van de maan
Onder het beschuttend bladerdek
en in de eindeloze regen
O blauwe hemel, aanvaard toch
deze aardse pelgrim
op zoek naar de wortels van zijn bestaan

zaterdag 10 oktober 2009

Nieuwsflits

Er kan zoveel interessants gebeuren in een week, dat je makkelijk nog een week zou kunnen vullen met het schrijven van blogs over die interessante gebeurtenissen. Gelukkig ben ik altijd kort en bondig, en doe ik het in één blog.

Donderdag kopte het AD Haagsche Courant met Allochtonen worden niet meer gematst. Wat bleek? Voorheen mochten allochtonen leerlingen die korter dan zes jaar in Nederland hadden gewoond, meer fouten maken bij het centraal examen Nederlands, voordat er punten werden afgetrokken. Dat is een beetje gek als je bedenkt dat een diploma een bepaalde waarde moet uitdrukken en dat het beleid van de laatste jaren juist is toegespitst op het verhogen van het niveau van het hoger onderwijs.
Maar goed, de dames en heren in Den Haag hebben hun fout ontdekt en hebben hem ook weer rechtgezet. Met dit in het achterhoofd komt de Betuwelijn ook in een heel ander licht te staan. Het is gewoon een investering in het leren van je fouten!

Ander verrassend nieuws was dat Barack Obama de Nobelprijs voor de Vrede heeft gewonnen. Waar ik altijd dacht dat je Nobelprijs krijgt voor de dingen die je hébt gedaan, krijgt Obama de prijs voor de dingen die hij belooft te doen. Een soort van steuntje in de rug. Gelukkig heeft hij dat zelf ook door, dus laten we hopen dat hij het waar gaat maken.

Wat meer filosofisch was het statement van hoogleraar exegese Ellen ten Wolde: "God is niet de Schepper." Zij baseert haar uitspraak op haar onderzoek naar de vergelijkingen tussen het Bijbelse scheppingsverhaal en scheppingsverhalen uit andere Mesopotamische culturen. In deze verhalen wordt veel vaker gesproken over een goddelijkheid die scheidt in plaats van schept. Deze interpretatie komt ook meer in de buurt van de vertaling van het Hebreeuwse werkwoord 'bara', dat scheiden betekent. Het nieuws werd van de hoogste daken geblazen.
Maar is God de Scheider wel zo anders dan God de Schepper? Een kunstenaar schept toch ook een kunstwerk uit het materiaal dat voorhanden is? Is God minder goddelijk als hij de aarde heeft geschapen uit het materiaal dat voorhanden was? Probeer jij maar eens het water van het land te scheiden, het licht van het donker en de vogels in de lucht van de dieren op het land.
Het begint er steeds meer op te lijken dat het statement van Ten Wolde een poging is om de wetenschap weer aan de man te krijgen als een vernieuwende tak van de samenleving. Het debat zal het leren.

De Leeuwenkuil: Deel VI

Enigszins boven de toegestane snelheid scheurt een zwarte Audi over de verkeersdrempels in de Haagsche straten. De brandende gloed van de remlichten kleurt de nachtelijke huizen rood. De bestuurder vervloekt inwendig zijn collega’s. Wie kan er dan ook niet zien of er een man of een vrouw achter het stuur van een Ford Escort zit? Nu moet hij zo onopvallend mogelijk in volle vaart een Fiat achtervolgen.
Plotseling flitst er iets vanuit zijn ooghoek. Het zijn de dovende lichten van een zojuist geparkeerde auto. De bestuurder rijdt terug en ziet een man die haastig uit een rode Fiat stapt. Hij parkeert de Audi onmiddellijk aan de kant van de weg. Met één been al uit de auto bedenkt de bestuurder zich en gaat weer zitten. In het handschoenenkastje bergt hij het speldje in de vorm van een leeuw op. Nu kan hij gaan.

Met bruuske stappen loopt Kevin Sonderland over het gras, uitkijkend dat hij niet in een drol gaat staan. Amper tien minuten geleden had hij Jaap de Bruin nog aan de telefoon. “We worden gevolgd. Kom naar het park, onze plek.” Kevin had een minuut lang verbijsterd naar het kleine, zwarte schermpje in zijn handpalm staan kijken. Hoewel hij nuchter en doodserieus had geklonken, dacht Kevin echt dat De Bruin gek was geworden.
Zijn oren spitsen zich bij het gekraak van kiezelsteentjes onder ver verwijderde voetstappen. Op het moment dat Kevin zich wil omdraaien, sleurt een hand hem de bosjes in. “Jeetje, schrik jij altijd zo wanneer je je vrienden weer ziet?”, zegt een bekende stem vanuit het donker.

De bestuurder van de zwarte Audi loopt over de kiezelsteentjes het park in. Hij weet dat dit de goede plek is, nu moet hij alleen nog de verdachten onopgemerkt zien te naderen. Aan de andere kant van een klein bossage klinkt een gedempte schreeuw. Zonder enig geluid begeeft hij zich in de richting van de brommende stemmen.

“Waarom denk je dat we worden gevolgd?” Kevin kan niets dan ernst in de ogen van zijn collega ontdekken. Dit is menens. “Heb jij vanmiddag ook die zwarte Audi gezien?” Kevin knikt. “Diezelfde auto volgde mij naar mijn huis en is vervolgens achter mijn vrouw aangereden toen zij met de Ford wegging.” “Maar wie zou ons nou willen volgen? We zijn gewoon twee agenten bezig met een zaak.”

Nog vijf meter aan doornstruiken en brandnetels scheidt hem van de twee stemmen.
Opeens kraakt er een takje onder zijn rechterschoen. Hij houdt zijn adem in, maar de stemmen reageren niet. Behoedzaam sluipt hij door.

“Dat is hem nu juist.” De Bruin’s stem kan niet langer fluisteren. “Deze zaak is niet gewoon een zaak. Ik voel dat er meer aan de hand is.” Kevin denkt een ogenblik na. “Stel nou dat we echt gevolgd worden, hoe komen we er dan achter wie ons volgt?” De Bruin aarzelt geen moment: “Goed opletten en net doen of er niets aan de hand is.”

Voorzichtig schuift hij de laatste tak weg. Nu heeft hij ze! Met handen als bankschroeven pakt hij de schouders van de mannen beet en kijkt recht in de gezichten van twee tieners, overduidelijk stoned.
“Ha! Een bosjesman!”, gilt de een. De ander begint meteen luidkeels te zingen: “Wat ruist er door het

struuuiiikgewas!” Jaap de Bruin en Kevin Sonderland draaien zich als één man om en kijken in de richting van het geschreeuw. Aan de andere kant van het grasveld zien zij een verbouwereerde man met aan weerszijden een jolige tiener.
“Tijd om te verdwijnen. Zie je morgen op kantoor.” De mannen schudden elkaar de hand en verdwijnen in het donker.

dinsdag 6 oktober 2009

Leids geluk

Als je bent toegelaten tot het Pre University College behoor je toch wel tot een select gezelschap van excellente leerlingen op jouw school. Toch denk ik dat er zich bij mijn jaar een aardige dip bevindt. Nu is het al wat minder dat wij met een miniem aantal vertegenwoordigers zijn in vergelijking tot andere jaren, maar als wij dan ook nog eens de Sorghvlietmentaliteit zouden moeten uitdragen, tja.
Van de drie leerlingen ging er uiteindelijk maar één naar de, nadrukkelijk vermeld, verplichte Kick-off. Een tweede vond namelijk de sport belangrijker en een derde was vergeten het in de agenda bij de goede datum op te schrijven. Voor de kenners zal het niet moeilijk zijn om te raden, wie dat is geweest.
Nu moet ik toegeven dat het een kenningsmakingsdag was voor de eerstejaars en dat een saaie toespraak in een koude kerk, met een Annette S. die naast je zit te knikkebollen, niet echt supermotiverend is, maar voor de rest is het jullie gemis!
Want zo heb ik weer ontzettend leuke tweedejaars ontmoet, heb ik met een ouderwetse wegwerpcamera foto's gemaakt, heb ik gelijk weer zin in allerlei Pre-Union activiteiten, heb ik contact gehad met de nieuwe Sorghvliet-eerstejaars en heb ik heerlijk gegeten in de studentenstad bij uitstek.
En jullie hebben natuurlijk ook het motto van het jaar, de boodschap waarmee wij de wereld in werden gestuurd, datgene wat je altijd op je hart draagt, gemist:
Niet zonder borrel naar huis!

zaterdag 3 oktober 2009

De Leeuwenkuil: Deel V

Waarom?
De vraag hangt als een dichte mist in de auto. Het belemmert het zicht op de buitenwereld en de koplampen die de vallende nacht doorklieven. Kevin Sonderland kan wel duizend dingen vragen, maar kijkt in plaats daarvan in de achteruitkijkspiegel. Ergens komt de zwarte Audi hem bekend voor. Kevin Sonderland wil wel duizend dingen zeggen, maar de vochtige ogen van De Bruin zeggen genoeg.“Ze waren zo gelukkig samen. En dan, uit het niets…”, de stem van De Bruin stokt. Kevin kijkt hem aan. “Was er dan niets eigenaardigs aan zijn gedrag op te merken?”
De Bruin bestudeert aandachtig de wijzer van de snelheidsmeter. Zijn stem is zacht maar beslist. “Ja, dat was er wel. Er was meer aan de hand dan de gebruikelijke afwezigheid van een man gevallen voor de liefde. Hij deed geheimzinnig, hield dingen verborgen en weigerde er over te praten, zelfs met mij. Allemaal sinds hij die zaak…” Kevin veert op. “Welke zaak?” “Er was een moordzaak waarbij een groep vermoedelijke terroristen was vermoord, maar niemand eiste de daad op. Het raarst was nog dat er geen enkele aanwijzing te vinden was op het plaatsdelict.
“Op een gegeven moment heb ik er vrede mee gevonden, maar het heeft Mike nooit losgelaten, denk ik. Alsof hij er meer van wist.”
De Bruin zegt niets meer. Hij wil niets meer zeggen. De gevoelens die hij had verdrongen komen nu even hard terug. Kevin wacht zwijgend tot hij wordt afgezet bij zijn huis. Hij voelt dat dit nog niet het einde van deze zaak is.

Een zilveren Ford Escort rijdt de wijk in. Door alle wegwerkzaamheden die Den Haag rijk is, zijn vele straten afgezet en is de weg naar huis een doolhof geworden. Achter De Bruin rijdt een zwarte Audi. ‘Vreemd’, denkt hij. ‘Verdwaalde topambtenaren komen hier nauwelijks voor.’

Ineke kijkt ongerust naar haar man. Somber kwam hij thuis, alsof hij te horen had gekregen dat hij was ontslagen, en zelfs de heerlijke warme pasta kon zijn humeur niet verbeteren. Nu zit hij al ruim vijf minuten door de gordijnen te turen, af en toe wegduikend voor eventuele bespieders. “Zal ik anders Emma ophalen van acrogym?”, biedt ze aan.
De Bruin voelt zichzelf langzaam gek worden. Eerst ontsnapt er een schijnbaar levensgevaarlijke gek, vervolgens krijgt hij de AIVD in zijn maag geduwd en nu wordt hij achtervolgd door een topambtenaar in een zwarte Audi. Hij ziet de verontruste blikken van zijn vrouw wel, maar hij kan niets zeggen.
“Zal ik anders Emma ophalen van acrogym?”, zegt ze. De Bruin racet in gedachten langs de mogelijkheden die zich nu voordoen. Hij friemelt zijn autosleutels uit zijn zak en gooit ze naar zijn vrouw. “Neem mijn auto anders maar. Hij staat hier voor de deur.” “Ok, tot zo.”
Twee minuten later rijdt de Ford de straat uit. De Bruin schuift het gordijn een paar centimeter opzij. De straat is doodstil. Hij heeft zich vergist, en hij kan eindelijk alle zorgen van zich af laten glijden. De nachtmerries uit het verleden moeten nu maar eens voorbij zijn.

Opeens scheurt er een auto op volle snelheid door de straat. De Bruin voelt zijn hart kloppen in zijn keel, terwijl hij snel zijn telefoon pakt.
“Kevin, we moeten nu ergens afspreken.” Met de zwarte Audi nog op zijn netvlies beantwoordt hij de woorden van onbegrip aan de andere kant van de lijn. “We worden gevolgd.”

maandag 28 september 2009

Mode: Bewust


De tafeldame bij De Wereld Draait Door
is voor een mannen-voor-mannenblad op
zoek naar de nieuwe Arie Boomsma a.k.a.
Onze Verlosser

Hij moet menig mannenkruis en vrouwenhart
sneller doen gaan kloppen. Hij is charmant,
good-looking en bij voorkeur zelf
geen homo

Voordat Frits Sissing er met het concept vandoor
gaat, moet de godenzoon gevonden worden
Zelfs Matthijs van Nieuwkerk draagt
suggesties aan

Waar vindt men toch dit hedendaags wonder?
Waar is het antwoord op onze gebeden?
Naast bushokjes en op stations is de held al onder
de mensen

Gehuld in trui, sjaal en baard staat
Jezus in de Zweedse importmode
De nieuwste wintercollectie van onze
Heer&Majesteit

zondag 27 september 2009

Tomaten

In de politiek is het een noodzaak om te blijven vechten voor je standpunten en de gunst van de kiezer. De SP heeft deze reden aangegrepen om doelbewust bushokjes te bekladderen met de opruiende tekst: '65 blijft 65'.
Het is natuurlijk slim om jezelf te profileren, maar waarom nu? Wil de SP soms de totale overwinning behalen bij de gemeenteraadsverkiezingen? Lijkt me niet erg logisch. Hebben ze geld te veel? Kleine partij, kleine kas. Heeft dit voorstel van de regering de gevoelige snaar geraakt en voelden ze zich verplicht om iets te doen? Waarom dan niet wachten tot er verkiezingen zijn die er echt toe doen?
Maar wacht eens even. Als Balkenende tussen Brussel en Strassbourg gaat pendelen, zal er hier op nationaal niveau pas echt een hevige strijd losbarsten. De PVV die inspeelt op emotie, D66 die maant tot nadenken, de VVD die zijn draai moet zien te vinden, het CDA dat wil blijven regeren en de overigen die om het hardst roepen om de overgebleven kiezers; allen zullen zij moeten strijden.
Maar dit ligt allemaal nog besloten in de toekomst en niets is zeker. Ik zou mijn banners, flyers en petjes nog maar even achter de hand houden.

vrijdag 25 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel IV

De huizen glijden voorbij aan de trams in de straat, weerspiegeld in de blauwe ogen van de man op de achterbank. Van Baalen zit pas een paar maanden bij de AIVD, maar hij is trots. Nu al mag hij met de beroemde en beruchte De Wildt aan een zaak werken. Hij zal straks de anonieme redder van het land zijn.
Maar nu moet hij met een paar detectives veldwerk gaan doen, belachelijk. Je moet gewoon opschrijven dat je ziet dat er iets mist. Met zijn vinger maakt Van Baalen een smiley op de ruit. Achter de vetvegen draait de Edisonstraat de horizon op.

De Bruin kijkt de typische Haagsche woonkamer rond. Het bevindt zich op de eerste verdieping, heeft een overhangende serre aan de straatkant en strekt zich uit tot aan het uitzicht over de tuin. De ravage die hier is aangericht is net zo compleet als in het huis in de Mechelsestraat. Banken verschoven, tafeltjes omgegooid, tv op de grond, kussens verscheurd en flarden tijdschriften zachtjes neergedaald op het geheel.
Het enige wat hier anders is, is de tekst die met gigantische zwarte letters op de pas behangen muur is geverfd. Het stel dat hier woont, kan al die avonden werk weer gaan inhalen. De Bruin is niet bezig met het voelen van medelijden, maar probeert de tekst op de muur te analyseren, terwijl zijn ogen er voor de zoveelste keer overheen glijden.

Eenzaam maar niet alleen,
In het gezelschap van goede huize

- Michaël -

“Ach, Thomas. Wat wil je toch zeggen?”, fluistert De Bruin en begint zijn spullen in te pakken. Thuis maar verder nadenken. Kevin Sonderland volgt zijn voorbeeld. “Hé, wacht even”, verbreekt Van Baalen de stilte. “We zijn nog niet klaar. Misschien zit er wel een boodschap verborgen onder deze troep.” Van Baalen begint een dwarsliggende bank weer rechtop te zetten. “De boodschap staat daar levensgroot op de muur. Er is geen verborgen boodschap onder de troep.” “Maar dat was in het andere huis toch ook zo?” “Luister, als De Wildt gelijk heeft, dan zeg ik dat Mike geen raadseltjes heeft verstopt. We hebben de twee zinnen, we zijn klaar.”
“Nou, ik hoorde anders net de agenten iets zeggen over een verdacht opgesteld droogrek” zegt Sonderland. De Bruin werpt een verbaasde blik zijn kant op en ziet dan de vette knipoog. Met moeite kan hij zijn lachen in bedwang houden als Van Baalen haastig de kamer uit beent, de trap op.

Er hangt een ijzige sfeer in de auto als De Bruin Sonderland naar huis brengt, ieder in zijn eigen gedachten.
“Kevin”, zegt De Bruin ineens. “Ik denk dat je maar eens meer moest weten over Mike van Hasselt.” Sonderland gaat even verzitten en is dan muisstil. “Je weet dat ik vanmiddag bij de hoofdcommissaris heb gezegd dat Mike niet helemaal … stabiel was, om het zo maar even te zeggen.” “Ja.” “Maar hij was niet altijd zo. Eigenlijk was hij nooit zo.” De Bruin’s ogen stellen scherp op het niets in de verte. “Mike was een rots in de branding, een vriend op wie je altijd kon vertrouwen. En hij was de laatste paar weken voor het misdrijf zo gelukkig, alsof hij het leven opnieuw had gevonden. Hij had weer een geliefde gevonden om van te houden en zij hield van hem.” De Bruin valt stil en alleen de motor ronkt rustig verder. “Weet jij wie ze was, Kevin?” “Nee.” Met gebroken stem zegt De Bruin: “Ze was het slachtoffer in de Mechelse-zaak. Ze zouden gaan trouwen.”

zaterdag 19 september 2009

Doe jij even de boodschappen?

De supermarktoorlog is weer nieuw leven ingeblazen met een 'spaar-ze-allemaal' offensief. Nergens komt dit zo goed tot uiting als in het winkelcentrum Rokkeveen, waar het Milleniumdoel en de Zaandammer recht tegenover elkaar de loopgraven hebben uitgestald.
Waar voor de zomer de kluwen kindertjes zich te goed deden aan nietsvermoedende klanten met voetbalplaatjes, is het nu een drukte van jewelste aan de overkant. Voor de schuifdeuren heeft het management alvast een touw gespannen, waar de minderjarige belagers zich achter verzamelen, als zijnde journalisten bij de rode loper.
De nieuwe collectoritems zijn kleine poppetjes (niet geschikt voor kinderen onder 36 maanden) die slechts één boodschap uitdragen: Ga!Ga! Daarbij hoort ook een reusachtige, opblaasbare, opperhoofd Ga!Ga! Wij in Rokkeveen hebben het E=mc^2 opperhoofd.
Eerst dacht ik dat het de mascotte was van een mislukte campagne om tevergeefs kinderen blij te maken met belangrijke wetenschappers uit het verleden. Niks bleek minder waar.

We hebben nu wel een horde kinderen die erg bedreven raakt in het bedelen. Dat wel. We hebben nog geen flauwgevallen boodschappenmoeders. Jammer.

vrijdag 18 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel III

De tikkende hakken van de secretaresse worden gesmoord door het enige tapijt in heel het gebouw. Het tapijt leidt naar het enige belangrijke bureau in het gebouw, het bureau van hoofdcommissaris Jan de Goede.

De secretaresse opent de deur en De Bruin en Sonderland stappen naar binnen. Commissaris Henk Desiderus staat op en zijn arm nodigt het tweetal uit naar de stoelen, het bureau en de hand van de hoofdcommissaris. De arm zwaait verder: “De Wildt en Van Baalen. AIVD, Directie Democratische Rechtsorde. Van Baalen zal jullie assisteren bij het verdere onderzoek.” De in zwart pak gehulde mannen achter de hoofdcommissaris doen geen moeite handen te schudden. De Bruin kijkt verbaast. “AIVD?” “De ontsnapte gevangene wordt gezien als een gevaar voor de staat”, antwoordt de hoofdcommissaris.
Desiderus onderbreekt de verontrustende gedachten van De Bruin: “Jullie zeiden dat jullie iets gevonden hadden? Wat is het?” De Bruin legt het papiertje op het bureau van de hoofdcommissaris. “Onder de spitse blik van een heilige visser, is een man van stand aanwezig. Wat voor raadseltje is dit?” “Ik denk dat het een aanwijzing is, meneer.” “Waar naartoe? Een schat?”, zegt de hoofdcommissaris spottend. “Moeten we gaan schatgraven?” De Bruin klemt zijn kaken op elkaar en slikt zijn ergernis weg. De hoofdcommissaris is niet een man die tegenspraak duldt.
“Ik vermoed dat het naar een bepaalde plek kan leiden. Maar ik heb geen idee waar.” “U kent de man toch?” De hoofdcommissaris zoekt naar bevestiging bij Desiderus. Desiderus knikt. “Dan kunt u toch op zijn minst een goede gok maken.” “Het klopt dat ik Mike van Hasselt ken en normaal gesproken zou ik kunnen voorspellen waar hij heen wil, maar nu … gezien zijn toestand…” “Welke toestand? Dat deze Van Hasselt iets heeft gedaan, wil nog niet zeggen dat hij gek is geworden.”
De Bruin kijkt met doffe ogen naar de hoofdcommissaris en moet moeite doen om de ergernis en het verdriet in zijn keel weg te slikken. Desiderus valt hem bij: “Meneer, excuseert u inspecteur De Bruin. Van Hasselt en hij waren goede vrienden toen Van Hasselt…” Desiderus aarzelt bij de volgende woorden: “…toen Van Hasselt uit het niets een dubbele moord pleegde. We zijn dus niet zeker van zijn toestand en de motieven voor zijn daden. In het verleden of in de toekomst.”
De vallende stilte wordt in de lucht onderschept door de diepe stem van De Wildt. “Was hij gestructureerd?” De Bruin kijkt op en ziet nu pas de waakzame ogen in het verder zo doorsnee postuur. Het enige andere dat opvalt is het speldje in de vorm van een leeuw op het colbert van De Wildt.
“Was de verdachte, Van Hasselt, voordat hij de misdaad beging gestructureerd, ordelijk, duidelijk?” De Bruin knikt. “Gestructureerde mensen veranderen niet”, zegt De Wildt gedecideerd. “U lijkt mij een slimme man en uw reputatie bevestigt dat. De eerste inbraak pleegde hij op hetzelfde adres van de moord. Welke andere plekken zijn voor de verdachte logisch om naar toe te gaan?” “Ehm, een logische plek om naar toe te gaan zou…”
Een onrustig kloppen aan de deur onderbreekt De Bruin in zijn zin en zonder op antwoord te wachten stapt een agent binnen. “Meneer, er is opnieuw ingebroken en we denken dat het weer de Mechelse is.” De Bruin’s hersenen racen langs alle mogelijkheden. “Waar?” “Edisonstraat, meneer.” De Bruin draait zich om en zoekt de ogen van De Wildt.
“Zijn oude adres”, zegt hij met verbijsterde blik.

donderdag 17 september 2009

Prinsjesdag, regendag

Op een enigzins druilerige dinsdagmiddag daalde een gouden koets af van het paleis naar de Ridderzaal. De boodschap was nuchter en somber. We zitten in een moeilijke tijd en moeten ons daar samen uit redden. 'Jong en oud, burgers en bestuurders, werknemers en werkgevers.' Dit alles om tot een 'economisch en sociaal krachtig Nederland' te komen, waar we geen torenhoge staatsschulden doorschuiven naar de volgende generatie, waar we doorwerken tot ons 67ste en waar we de lonen moeten matigen, ter wille van de werkgelegenheid.
Geld kan je lenen, tijd niet. En toch wil de regering twintig onderzoeksgroepen instellen die gaan onderzoeken waar al dat geld heen moet gaan. Tijdens de algemene beschouwingen illustreerde Alexander Pechtold de overvloed aan commissies en onderzoeksgroepen op een treffende manier. Een vijftig centimeter hoge stapel met rapporten. Van Geel gaf als commentaar dat hij met losse rapporten niets kon. "Zal ik er dan een nietje doorheen slaan, meneer Van Geel?"
Pechtold had het ook juist bij de opening van het Academisch jaar in Leiden. In zijn verhaal maakte hij duidelijk dat de wetenschap zich in dienst moet stellen van de gewone man en dus ook van de economie. Troonrede: 'De heroverwegingen moeten er ook toe leiden dat onderwijs, kennis, innovatie en ondernemerschap doelgerichter worden ingezet om economische groei te bevorderen.'
Er komt een tijd aan met veel zware keuzes, allen even bepalend voor de toekomst van Nederland.
Wat voor jurk had Maxima eigenlijk aan?

Gute Nacht, Freunde

Er staat een man op het podium en hij geniet zichtbaar van het moment. Als hij naar de gezichten kijkt, ziet hij leerlingen, collega's, vrienden. Grootse en prachtige dingen zal de toekomst hem geven, maar afscheid nemen van het oude en vertrouwde, is altijd lastig.

Sorghvliet neemt afscheid van meneer Vogel, op de manier zoals dat Sorghvliet betaamt. Met toneel en zang, met komedie en emotie, met docenten en leerlingen. Sorghvliet neemt afscheid met de sfeer die Sorghvliet zo eigen is, die ook het docentenkorps zo eigen is.
Ik kan oprecht zeggen dat het voor mij een eer is hieraan te hebben meegewerkt. Dat ook ik afscheid heb kunnen nemen van meneer Vogel, leraar Duits, die ik altijd zal blijven herinneren om de momenten in de klas dat hij zei: "Eigenlijk is het wel gezellig om de hele les te blijven kletsen." En vervolgens moeiteloos een lesuur vulde.
Afgelopen vrijdag heb ik weer mogen meemaken hoe goed die man kan omgaan met het podium, de schlagers en het publiek.

Meneer Vogel, ik wens u het beste en niets minder.

zaterdag 12 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel II

Langzaam rijdt een auto over de klinkers van de Mechelsestraat, alsof hij met tegenzin zijn motor draaiende houdt. De bestuurder stapt uit en slaat de kraag van zijn jas op tegen de zeewind, die hier zijn domein al verdedigt.

De Bruin kijkt om zich heen en herkent de straat beter dan hij eigenlijk zou willen. Het drama dat zich hier voltrok, daar denkt hij liever niet meer aan. Hij loopt naar de voortuin van het hoekhuis en eenmaal onder de afzetlinten door, gaat hij het huis binnen door de al openstaande voordeur.
Waar de hal gevuld is met betraande ogen vol ongeloof, is de woonkamer gevuld met een vreselijke bende. Boekenkasten zijn geleegd, kastjes zijn opengebroken, hun inhoud verspreid over verschoven banken en gekantelde bijzettafeltjes. Waarom heeft Thomas dit in hemelsnaam gedaan?
“Jaap! Goedemorgen.” Kevin Sonderland heeft zich losgemaakt van een druk schrijvende agent en loopt op hem toe. “Goedemorgen. Zijn er al voetsporen gevonden?” “Ja, aan de zijkant van het huis, maar ze lijken niet relevant.” “Maar de sporen geven altijd duidelijke aanwijzingen.” Kevin schudt zijn hoofd. “We hebben iets beters, kom maar mee naar de tuin.”
Langs de rand van de tuin vormt een haag coniferen de scheiding met de buren, maar zij kunnen niet het rare tafereel verhullen op het grasveldje in het midden van de tuin.
Meteen zichtbaar is een provisorisch gekerfde cirkel, die als een litteken het pasgemaaide gras verminkt. Bij een tweede blik zijn langs de rand van de cirkel ook getallen zichtbaar. Bovenaan staat de 0, op 1/8 van de cirkel 50 en op gelijke afstand staan 100, 150, 200, 250. Daar houdt het op. “We zijn al ongeveer een kwartier bezig om te bedenken wat het is, maar we komen er niet uit.” De Bruin draait zich om naar het huis. “Breng me naar het balkon.”

Kevin Sonderland loopt voor zijn baas uit naar het balkon. Hijzelf heeft al lang op het balkon gestaan, maar is niet veel wijzer geworden dan hij beneden al was. Maar ja, hij heet dan ook niet Jaap de Bruin. Hij ziet hoe De Bruin zijn blik laat glijden over de tuin en vervolgens in de verte tuurt. Resoluut draait hij zich om en gaat weer naar beneden. “Waar is de keuken?” Op het moment dat Kevin wil antwoorden, gaat zijn telefoon.

De keuken ziet er schijnbaar onberoerd uit, en toch weet De Bruin zeker dat hij hier moet zijn. Hij loopt naar de kookplaat, waarop de pannen van de vorige avond nog staan te wachten op de afwas, gaat door de knieën en doet de oven open. “Hebbes”, zegt hij en pakt een wit strookje papier, dat prijkt als sneeuw op de zwarte aarde. De Bruin leest de tekst op het papier:

Onder de spitse blik van een heilige visser
Is een man van stand aanwezig

- Thomas -

Kevin komt de keuken binnen. “Henk Desiderus belde net, we moeten ons meteen melden.” Twee wenkbrauwen kijken hem fronsend aan. “Die man belt altijd precies op tijd.” “Maar we hebben alleen een overhoop gehaalde woonkamer en een grascirkel in de tuin.” “En we hebben een aanwijzing van onze dader.” De Bruin zwaait het papiertje voor Kevin’s verbaasde gezicht.

woensdag 9 september 2009

Inkt op de vingers

Er zijn mensen die het NRC openslaan, zo snel mogelijk doorbladeren naar de 'ik@nrc.nl' (naast de Fokke en Sukke) en daarna de krant wegleggen. Dat is gewoonweg zonde. Want juist als je de krant gaat lezen, kom je de interessante artikelen tegen.
Zo blijkt vandaag uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving dat het kabinet geen enkele van de voor 2020 gestelde milieudoelen zal halen. Niet op het gebied van duurzame energie, niet op het gebied van de reductie van broeikasgassen en ook niet op de gebieden van energiebesparing, zuivering van oppervlaktewater en terugdringen geluidshinder.
Nu zal de 'doorbladeraar' denken: 'Ik? Wat kan ik daar nou tegen beginnen?' En dat is precies de mentaliteit die ons de das om doet. Natuurlijk moet de overheid haar rol innemen, maar ook wij, degenen die doorhebben dat het zo niet anders kan, moeten ons steentje bijdragen. Wij zijn het juist die moeten beginnen, die het goede voorbeeld moeten laten zien.
Het is niet langer de tijd voor navelstaarderij, of zo u wilt, de tijd om te staren naar het onderste knoopje van de blouse, dat begint te knappen onder het groeiende volume van het probleem waar we uiteindelijk allemaal mee in de maag zitten.
Het is tijd om met de oplossing te beginnen.

dinsdag 8 september 2009

Si tu t'imagines - Raymond Queneau

Voordat de zon het Franse strand verlaten heeft, haasten wij ons nog snel naar een onvindbare parkeerplek. Steunend en kreunend beladen wij ons met campingstoelen, zonnebrandcrème, badhanddoeken, …

Si tu t’imagines
si tu t’imagines
xa va xa va xa
va durer toujours


… boeken en een beachball-set. Rijen families zweten zich langs dezelfde strandopgang.
Opeens staat wat verderop een meisje stil, draait zich om en lacht uitnodigend in mijn richting. Ik voel dat mijn ogen zenuwachtig naar iets anders zoeken om naar te kijken. Tot overmaat van ramp begint ze ook nog te zwaaien.

La saison des za
la saison des za
saison des amours


In gedachten laat ik de boeken en de campingstoel los en zwaai terug. In gedachten, totdat de schim van een klein jongetje tussen mijn broertje en mij doorschiet, zo in de armen van de lach.
De lach die er nog altijd is.

Ce que tu te goures
Ce que tu te goures

vrijdag 4 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel I

Gedempt lopen zijn voeten door het dauwnatte gras. Haastig springt hij over een opgedroogd beekje en glibbert inwendig vloekend de natte kant op. Nog vijftig meter en dan is hij in de veiligheid van het bos. Aan de rand kijkt hij nog eenmaal om naar de zuidmuur van de Scheveningse gevangenis. Geen alarmbellen, geen honden, geen zoeklichten. De nacht is stil, afgezien van de bladeren die zachtjes ruisen.
De straat aan de andere kant van het bos is verlaten. Links ziet hij de opgebroken straat en rechts gaat de weg door tot in de verte. Auto’s beginnen te glanzen in de vallende motregen. Hij doet zijn capuchon op en steekt over, de woonwijk in. Door de wolkjes condens van zijn eigen adem heen telt hij de huizen en probeert de nummers te onderscheiden. Met elke stap komen er meer herinneringen terug, met elke voortuin meer geuren en met de ploffende regen, de geluiden.

… een barstende koppijn die zijn hoofd in tweeën scheurt … spetters overal op het behang … moddersporen die leiden naar de keuken … het geluid van versplinterend glas … een levensloos lichaam dwars over de bank … mannen sleuren hem overeind, een mes valt uit zijn hand …

Een losse stoeptegel verlost hem uit het verleden. Half struikelend komt hij weer bij zinnen en ziet dat hij voor het juiste huis staat. Het balkon met de klimop, de grote ramen van de woonkamer en de laurierstruik die het wit en groen geverfde hek flankeert. Alles is grijs in het oranje licht van de lantaarnpalen.
Zijn blik glijdt rond, maar ziet niets verontrustends. Hij klimt over het hek en stopt even bij de garagedeur. Een ijskoude huivering loopt over zijn rug. “Het moet gedaan worden”, mompelt hij in de capuchon. “Dit is het einde. Hierna nooit meer.”
Hij voelt in de zak van zijn veel te grote joggingbroek en zijn hand omsluit het zware speldje, dat er nog altijd zit. Hij drukt de opwellende tranen weg en zijn ogen worden koel en zakelijk. Uit zijn andere zak pakt hij een mes, terwijl hij de struiken volgt naar de tuin.

De telefoon op het bureau van hoofdinspecteur Jaap de Bruin rinkelt zes keer voordat er wordt opgenomen. “Met De Bruin.” De Bruin wrijft op zijn slapen om de beginnende hoofdpijn te onderdrukken. “Jaap, met Kevin. Herinner jij je die zaak van drie jaar geleden nog? Die moordzaak?” De Bruin schiet overeind. “De Mechelse? Wat is ermee? Heb je iets gevonden? Waren het toch de voetafdrukken?” “Nee, het is de dader. Hij is vannacht ontsnapt en is daarna een huis binnengedrongen.” Het was stil aan de andere kant van de lijn. “En Jaap…hij heeft wat achtergelaten.”

donderdag 3 september 2009

Je doet het toch voor de meisjes

Als je nog een boek moet lezen voor Nederlands en je wilt tegelijkertijd een leuk, goed en niet al te dik boek, neem dan Het leven uit een dag van A.F.Th van der Heijden. De interessante diepgang blijft niet steken bij de titel, maar gaat verder in het boek zelf, als de twee geliefden uit het verhaal een moord begaan om zo altijd bij elkaar in de hel te kunnen zijn.
Als je geen zin hebt om een boek te lezen: 1. Ga je ergens in een hoekje zitten schamen. 2. Niet getreurd, de film over het boek is vandaag in première gegaan.
In de rol van Benny (de hoofdpersoon) vinden we Matthijs van Sande Bakhuyzen, die ook in Afblijven een rol vertolkte. De NRC-Next stond gisteren een leuk intervieuw van Monique Snoeijen met Matthijs, maar in de laatste alinea is hij mijn nieuwe held geworden. Quote:

' "Iedereen wil zo goed mogelijk zijn in zijn werk,(...) maar uiteindelijk doe je alles voor de meisjes, daar draait het om." (...) Het gaat volgens Van de Sande Bakhuyzen in het leven maar om één ding: "Liefde, liefde, liefde." Zijn zoektocht zou wel eens lang kunnen worden. In zijn woorden: "Jullie zijn met zoveel." '

Amen

Bron: NRC-Next

woensdag 2 september 2009

Uniform

Wat doe als je serieus hulp nodig hebt? Wie bel je in noodsituaties? Juist, dan bel je de politie. Maar wat doe je als je de hulp van de politie nodig hebt en er staat al een agent langs de kant van de weg, schijnbaar in staat om jou te helpen? Je roept dat hij moet komen helpen. Stel je nu eens voor, dat de agent geen vin verroert.
Het lijkt misschien te raar voor woorden, maar toch gebeurde het maandagmiddag in de buurt van Amstelveen. Een getuige probeerde na een ongeluk tussen een politieauto en een gewone auto de bestuurder uit de te water geraakt auto te redden, maar de agent deed niets en zij dat hij op versterking moest wachten.
Te raar voor woorden? Misschien niet. We moeten namelijk niet vergeten dat agenten ook maar gewoon mensen zijn en niet een soort van superhelden. Zij kunnen niet altijd het hoofd koel houden, hoe zeer de tv ons dat wil doen geloven. Agenten kunnen ook in shock raken.
Het is begrijpelijk dat de reagerende getuige meer verwachtte van de agent en in deze tijden waarin de politie toch al niet positief in het nieuws komt, is dit niet de PR die ze nodig hadden.
Maar toch wil ik vragen om een beetje medeleven voor deze agent.

Bron: AD Haagsche Courant

maandag 31 augustus 2009

De toekomst komt door ons allen

Vandaag stond de Pieterskerk in Leiden in het teken van de opening van het Academisch Jaar. Onder begeleiding van een reeks uitmuntende muzikanten weerklonken het Io Vivat en Gaudeamus Igitur tussen de gewelven van de gerestaureerde Pieterskerk.
De drijfveer die duidelijk werd tijdens de toespraken van het viertal sprekers, waaronder Alexander Pechtold, was van te voren al wel te bedenken: Geld. Geld met een hoofdletter, want in deze tijden van economische crisis heeft Den Haag besloten de geldstroom naar het hoger onderwijs te stagneren, terwijl deze juist moet vloeien. Want door een vloeiende geldstroom, kunnen we later weer genieten van de vruchten van het onderzoek dat nu gedaan wordt.
“Kijk uit voor de dood van de kaasschaaf!” Maar hoe zorgen we dan dat het geld weer onze kant op komt? Het antwoord: de gewone man in de straat. Zijn macht wordt niet langer onderkend door de professoren in hun imposante collegezalen, maar opgezocht.
Doormiddel van interdisciplinaire samenwerking, internationale samenwerking en een creatieve ondernemersgeest van wetenschappers kan de gewone man zien dat wat hij eigenlijk al wist. Wetenschap is de drijfveer van de samenleving.
Een voorbeeld van interdisciplinaire samenwerking kan worden gevonden bij het LIBC-Junior. Daar doet men onderzoek naar de ontwikkeling van de hersenen tijdens de puberteit. Kijk zeker even op hun site (
www.kijkinjebrein.nl), waar op een leuke manier informatie wordt verstrekt over dit onderwerp. En niet alleen voor biologen!

zondag 30 augustus 2009

Midzomernachtfiets

Een eenzame fietser zweet zich langs verlaten
ramen in de zwoele zomernacht
Voorlicht, achterlicht, tegenlicht
en in de duisternis, een tegenligger
Het orkest in de kettingkast vult de nacht,
kraakt zich een weg boven het geloei van de dynamo uit
In het weiland zwiept een staart met haar koe,
verlangend naar haar eigen symfonie
Maar de sterren schudden nee
Het asfalt vreet zich een weg naar
beschaving en bewoonde wereld,
veel wetten en meer blauw op straat
vuilnisbakken en het vuil ernaast
De werken van de mens staan als vergeten speelgoedstukken,
in hun volmaakte achteloosheid schuilt de perfecte kunst
De fietser raast er voorbij en ziet alleen zijn voorlicht nog
Zweet druppelt langs een glimmend voorhoofd,
verlangend naar een koele bries
Maar de sterren schudden nee

Sorghvliet deel VI

De grote eindstreep moet al over ongeveer negen maanden worden gehaald. De grote eindstreep van het eindexamen. Zijn we er klaar voor? Ja, we zijn er klaar voor. Maar eerst moeten we nog profielwerkstukken maken, boeken lezen, boekverslagen schrijven, Cicero vertalen, woordjes leren, mondelingen houden, proefjes doen, formules leren, stampen, stressen, ontspannen en opladen. Dan zijn we er bijna, denk ik zo.
Zijn we er klaar voor? We moeten er wel klaar voor zijn. De vakantie zit erop en iedereen kan met vers angstzweet en misselijkmakende stress aan het laatste jaar beginnen. En wij zullen strijden als zesdeklassers!
Gij die het laatste jaar in gaan: ik zie u morgen.

Beste Wendy,

Sommige dingen zijn nog steeds leuk als je ze voor de tweede keer ziet, en voor de derde keer, en de vierde en de vijfde. Andere dingen moeten gewoon bij één keer blijven. Zo ook het typetje Ushi, gespeeld door Wendy van Dijk. Toch wil Wendy het typetje weer uit de mottenballen trekken.
Ik zeg: "Wendy, doe dat nou niet! Ik snap wel dat je al een tijdje niet meer aan de bak hebt kunnen komen. En ik snap ook wel dat de programma's die je nu presenteert niet meer helemaal jouw ding zijn.
"Maar ik wil gewoon niet naar De 25 leukste tv-momenten op SBS6 moeten kijken en dan TWEE keer een semi-grappig Ushi-moment zien. Ik wil niet doodgegooid worden met een Ushi die midden in het scherm verschijnt à la Gerard Joling, terwijl ik in alle ernst een film probeer te kijken. Ik wil niet in de krant lezen dat jij dé comeback van het nieuwe tv-seizoen bent, waarin Harm Edens probeerde net zo goed te zijn als DWDD en Beau van Erven Dorens net zo grappig als Dit was het nieuws.
"Wendy, contracteer jezelf bij een of ander travel-programma en ga lekker de wereld rond op de kosten van iemand anders. Ik weet dat er al vele travel-programma's zijn, maar er kijkt toch geen hond naar. Zoek een leuke vent uit en ga lekker van het leven genieten. Daar wordt iedereen een stuk blijer en gelukkiger van. Laat zien dat jij een hart voor Nederland hebt!"

Spring maar achterop!

Eens in de zoveel tijd vertelt mijn vader weer dezelfde verhalen over zijn jeugd. Nu heeft hij er natuurlijk meerdere, maar de verhalen over die goeie, ouwe Tomos-brommer komen altijd terug. Hoe zijn broer de begrenzing eraf haalde, en hoe hard dat ding wel niet ging, hoe hij op de hei ging crossen met de brommer, waar het in verste verte niet voor bedoeld was, en hoe hij een keer pech kreeg (met mijn moeder achterop) en zelfs de fietsers hem inhaalden, want hij kon niet harder.
Ik heb geen brommer en ik zal er waarschijnlijk ook nooit één hebben, omdat ik dat niet zo nodig vind. Maar ja, wat voor verhalen moet ik dan vertellen aan mijn kinderen? Ik heb niet gecrost over de hei en ik heb niet zo hard gereden dat ik toch maar vroeg of de begrenzing er weer op kon. Ik heb kranten rondgebracht in de stromende regen en blakende hitte. Ik fietste elke dag van huis naar het station en van het station naar school.

"Fietste jij dan nog, papa?" "Ja, wij hadden nog echte fietsen." "Wat zijn fietsen?" "Die zijn voor ouwe lullen!" "Nou, nou, niet zo negatief. Fietsen waren vroeger de normaalste manier van transport. Kijk, hier heb ik een plaatje" "Waar zit de ion-motor?" "Die hadden we toen nog niet. Je moest zelf trappen om vooruit te komen." "Zo, jij moet dan wel heel sterk zijn geweest, hè, papa?" "Nou, laat je spierballen eens zien? Volgens mij ben jij bijna net zo sterk!"

Bodybuilders op fietsen, zweet op het voorhoofd omdat de eerste bel al is gegaan en het nog zeker vier minuten fietsen is. Zo sterk als beren in deze goeie, ouwe tijd.

donderdag 27 augustus 2009

Specialisme

Soms kom je op je krantenwijk de meest ongewoon gewone dingen tegen. Zoals reclame op een bestelbusje. Meestal staat er dan een leuk logo op, een quasi-pakkende slagzin (natuurlijk origineel) en een makkelijk te onthouden webadres.
Toen ik dit bestelbusje zag, bracht ik nog zeker een kwartier lang grinnikend de kranten rond.
Ik kon me al voorstellen hoe het bedrijfsoverleg was gegaan: "We moeten als laatste nog een kort, pakkend webadres hebben, zo eentje die lekker in de bek ligt." "Hmm, ik heb geen idee, ik ben niet zo creatief." Stilte. "Ik weet wat! We zeggen gewoon wat we zijn, dat onthouden onze klanten toch wel." "Ja, ja! Da's een goeie!"
Als je mijn humor niet helemaal snapt, probeer dan maar eens een beter adres te verzinnen.

Fokking straat, homie!

De echte 'wannabe' straatmode is te vinden in Zoetermeer, helaas. Waar het voorheen nog cool was om met je rugzak (meestal Nike of Adidas) ongeveer ter hoogte van je billen rond te lopen, is het nu onwijs straat om je effen gekleurde Eastpak zo hoog mogelijk op je rug te dragen. Maar dan echt zo hoog mogelijk.
Het gehele 'streetfit' bestaat dan uit een beetje baggy spijkerbroek, een paarse trui over een fel gekleurd T-shirt (ook met 25 graden), hoge Nikies in felle kleuren en het liefst mogelijk nog een petje, ook fel gekleurd. Een clown zou er jaloers op zijn.
En als je dan denkt: 'Handig! Een tas waar je dingen in kan doen!', dan heb je het mis. Want er zit namelijk niets in de tas. De tas is zelfs helemaal plat. Hij is van zijn oorspronkelijke functie ontdaan en geniet dezelfde accesoirestand als een horloge. En ja, in een horloge doe je ook niks. Het enige wat er nog in zou kunnen zitten, zijn een kammetje en een tube gel.
Want de echte metro-man is niet meer alleen sub via, maar ook in via.

woensdag 26 augustus 2009

Kubus-denken

Ik heb iets goed te zetten. Een aantal weken geleden heb ik mij negatief uitgelaten over mensen die een Rubik's Cube meenemen in een bus en daarmee heb ik tegen een paar schenen getrapt. Ik wil graag duidelijk maken dat dit standpunt door mij is ingenomen deels om de overgang naar het eigenlijke onderwerp, een T-shirt, makkelijker te maken. Dat gezegd hebbende, het volgende:

Mensen die als pre-verjaardagscadeautje een Rubik's Cube kopen zijn hele slimme en aandachtige mensen. Want het oplossen van de Rubik's Cube traint niet alleen je hersenen, maar is bovendien ook nog leuk om te doen.
Mensen die hun pre-verjaardagscadeautje, bijvoorbeeld een Rubik's Cube, meenemen in een bus zijn ook slim en aandachtig, want zij zorgen dat ze iets te doen hebben tijdens de reis en zij laten zien dat zij de pre-verjaardagscadeautjes leuk vinden.
Verder moet ik bekennen dat ik zelf ook in het bezit ben van een Rubik's Cube en het leuk vond om hem op te lossen.

Toch slaat het T-shirt nog steeds de spijker op de kop, wat betreft de vele uren aan frustaties.

maandag 24 augustus 2009

De ochtendkrant

Tijd van schrijven: 07.39 uur.
Terwijl de zon met gouden stralen over de daken klimt, totdat ook de bloemen hun bladeren kunnen badderen in het doorzichtig ambrozijn, ben ik al ongeveer twee uur wakker. En in die twee uur is mijn respect voor ochtendkrantenlopers gestaag gegroeid. Want als je elke ochtend om half zes op moet staan, om vervolgens honderd kranten te bezorgen, heb je karakter. En dan heb ik het nog geeneens over de kou in winter en de plensende, miezerende en hozende regen gedurende de rest van de jaargetijden.
Heb ik mijn job gevonden? Nou, ik denk het niet. Niet als ik mijn dag graag fris, fruitig en zonder gevoel van misselijkheid wil beginnen.
Inmiddels schijnt de zon al in mijn kamer en streelt mijn ogen zachtjes toe. Andermaal val ik in slaap.

zaterdag 22 augustus 2009

Déjà-vu: niet weer!

Soms heb je het gevoel dat je in een eindeloze sleur zit. Dat je de dingen alleen nog maar doet omdat je ze moet doen. Dat vandaag een herhaling is van gister, en morgen een perfecte kloon van vandaag zal zijn. Je krijgt het gevoel alsof je in rondjes loopt.
Nu is dit natuurlijk al niet zo leuk, maar stel je eens voor dat je in de Sahara verdwaald bent, of in een bos, en je krijgt dán het idee dat je in rondjes aan het lopen bent. Daar zit je dan echt niet op te wachten. De kans is groot dat het toch gebeurt.
Al langer bestond het vermoeden dat de mens zonder houvast in zijn omgeving rondjes blijft lopen, maar nu is het ook wetenschappelijk bewezen. Onderzoekers van het Max Planck-Instituut concludeerden dat er een permanente ruis zit in ons sensomotorisch systeem. Met andere woorden: wij kunnen niet in een rechte lijn lopen, hoe hard we het ook proberen. De onderzoekers hebben zelfs berekend dat we, als we alleen onszelf moeten vertrouwen, vaak niet verder dan 100m van het beginpunt komen. Gelukkig ken ik iemand die dat in 9.58s kan.

Bron: Trouw, 21 augustus 2009 http://www.trouw.nl/nieuws/Wetenschap/article2842554.ece/Zonder__houvast_blijf_je_in__rondjes_lopen_.html

The Thunderbolt

Het WK atletiek in Berlijn deze weken lijkt alleen maar te draaien om lange mensen met lange benen. Usain Bolt loopt met zevenmijlspassen een wereldrecord op de 100m en 200m. Bovendien rent hij er ook op de 4×100m estafette met het goud vandoor. Drie onderdelen, drie keer goud. En dat voor een Berlino.
Ook Blanka Vlasic verbetert bij het hoogspringen voor de vrouwen bijna het wereldrecord van 2.10m met haar lange benen. Zeer lange benen mag ik wel zeggen.
Wat blijft er dan nog over voor iemand zo klein van stuk als ik ben? Marathon: wandelende skeletten. Kogelslingeren: daarvoor moet je een echte trucker zijn. Snelwandelen: je zwaait je benen uit de kom. Verspringen: ook lange benen.
Niet getreurd, ik weet het al. Vanavond ging een kleine Fransman ervandoor met het brons bij het poolsstokhoogspringen . 5.85m and you can kiss my ass! Mocht ik ooit nog de atletiek in willen...

vrijdag 21 augustus 2009

Make my Weekend!

De hele wereld lijkt te draaien op en om meer cijfertjes. Meer cijfertjes op je bankrekening, meer cijfertjes bij het aantal kiezers dat op jou stemt, meer cijfertjes bij het aantal hits van je site. Nou, ik hoef dat niet zo per se. Wat ik graag zou willen is meer betrokkenheid, meer interactie en meer plezier bij mijn lezers.
Daarom geheel ter uwer vermaak het idee om een wekelijks vervolgverhaal te schrijven, te verschijnen op vrijdag, zodat je weer vol spanning en sensatie het weekend in kan gaan. Het punt is alleen, waarover zal dit verhaal gaan verhalen? Welk onderwerp zal jou de gehele werkweek najagen, totdat je dan eindelijk het vervolg kan lezen op mijn blog? Het ligt volledig in jouw handen! Iedereen die wil, kan reageren. Misschien komt jouw idee wel wekelijks op deze blog, uitgewerkt, te verschijnen.

donderdag 20 augustus 2009

Metaalmoeheid

mooiReflectie- Metaal gemaakt om
de mensheid te voorzien
in zijn onvermogen
een fietspad van een
autoweg te onderscheiden
Zulks rood en wit moraal
ben ik nog wel eens
bereid om abusievelijk
mooitegen op te botsen -paaltjes

maandag 17 augustus 2009

Woodstock

Veertig jaar geleden vond het meest intrigerende muziekfestival plaats van alle tijden. 'The decade of peace, love and protest' werd afgesloten met een festival die dat hele decennium symboliseerde. Minstens 400.000 mensen op een paar weilanden, en zonder enige incidenten kon men genieten van bands als The Who, Santana, Joe Cocker, CCR, Janis Joplin en natuurlijk, Jimi Hendrix. Woodstock Music and Art Festival - Three days of peace and music. Nooit zal een zo'n festival een tijdperk meer compleet kunnen maken, als dat het toen deed.
Vandaar ook dat de (vergeefse) pogingen om Woodstock te doen herleven, jammerlijk in de regen, modder en geweld vielen.
Ik zou jullie graag willen verwijzen naar de film die er van dit festival gemaakt is en ook naar de flimpjes op YouTube, waarvan deze in het bijzonder:

Vue sur la Manche

Wat zou je ervoor geven om 's ochtends wakker te worden, je tent uit te kruipen, een stralend zonnetje te begroeten en vervolgens de 'White cliffs of Dover' te kunnen aanschouwen vanaf je camping in 'La France'? Met een gezin van gemiddelde grote, betaalden we ongeveer 25 euro. Niet slecht hè?
Tien dagen gevuld met zonnebaden op zandstranden (niet altijd gegarandeerd in Frankrijk), leuke boeken lezen (Dan Brown is echt een aanrader), marktjes bezoeken en een beetje tokkelen op het gitaartje van de buurman.
Een bijkomend voordeel van het kunnen overzien van tijdzones is het feit dat je met de veerboten vanuit Calais makkelijk een dagje Engeland aan je vakantie vast kan plakken. Canterbury (die met die bisschop) is bijvoorbeeld een prima stad om een dagje in rond te dwalen. Zeker met de 'Canterbury Tales' van Geoffrey Chaucer.
Onze Duitse buurman met de gitaar (zonder hem had ik het echt niet twee weken uitgehouden) was een erg enthousiaste, professionele gitarist en heeft mij een aantal onmisbare licks laten zien. Waarvoor nog bedankt, als je dit nog leest.
Wel wil ik nog afsluiten met de mededeling dat ik blij ben dat Geert Wilders zo veel stemmen heeft gekregen bij de afgelopen Europese Verkiezingen. Je struikelde echt over de allochtonen in het buitenland en er waren bijna geen Nederlanders te vinden.

zondag 2 augustus 2009

Op wacht met minister Hirsch Ballin

Ha! Jullie dachten zeker dat wij op vakantie waren hè, stelletje achterbakse inbrekers! Want jullie hadden al zeker drie weken niets meer van mij vernomen op mijn blog. En ook op Hyves, Facebook, LinkedIn en al die andere sites bleef het akelig stil rond mijn persoon. Maar de minister en ik zijn niet voor één gat te vangen. Nee, wij hebben op de loer gelegen en gekeken of jullie nog gingen toeslaan. Nachtenlang hebben wij met IR-camera's en waakhonden gewacht totdat er dan eindelijk iemand zo stom zou zijn iets te proberen.
Maar er gebeurde niets. De minister was zo teleurgesteld, dat hij uit wanhoop maar in zijn pak op een camping is gaan uitleggen waar deze actie nou om draait. Maar ik snap wel waarom jullie niet hebben toegeslagen. Jullie zaten gewoon in spanning te wachten totdat ik weer een nieuwe blog zou schrijven. Maar ik was gewoon te lui om het te doen, want dat is ook vakantie. En daarvoor hoef je helemaal niet van huis weg. Heerlijk toch?

High T met knallende gitaren

Een T-shirt maakt veel goed. Bijvoorbeeld het meenemen van een Rubik's Cube naar wat voor willekeurig kamp dan ook, zelfs een Rubik's Cube kamp. Het werd mij al zwart voor de ogen toen ik dat ding in de bus zag. En dat is best knap als je je realiseert dat er bijna geen zwart op die kubus voorkomt.
Weken achtereen was ik mijzelf niet meer, totdat ik op een goede dag een kledingwinkel voorbij liep en plots alle zorgen van me afvielen. In de etalage van de winkel hing een prachtig paars T-shirt met daarop afgebeeld een hamer en een Rubik's Cube in duizend stukjes. De tekst daarbij was: 'Most efficient way to solve a Cube'. Een T-shirt maakt veel goed.
Zo ook het jongetje dat ik ongeveer een week geleden tegenkwam bij de AH. Nou ja, tegenkomen is een groot woord. Laten we maar zeggen dat ik hem voorbijliep en hij mij ook. Hij had lang, stijl, vettig haar, een veel te grote koptelefoon, en een blik die op onweer stond. Met zijn 12-13 jaren oud, vroeg ik mij af hoeveel geestveruimende dagen hij nog nodig had om zijn hersencellen tot het minimum te doen krimpen.
Toen zag ik ineens dat hij een Led Zeppelin T-shirt aan had. Hij was op slag veranderd in een prima kerel met een blakend toekomstperspectief. Een T-shirt maakt veel goed.

Ode

De klok in de slaapzaal slaat twee over drie
Opzij geschoven slaapmatrassen en
in rij geplaatste zitbanken zitten
samen met de mensen in vervoering
te kijken naar het talent op
de voorgrond van het toneel
Het sleept, het trekt, het ontvoert, het ontroert,
het neemt je mee naar Parijs, Nicaragua, de Oriënt
Diep van binnen beweegt je ziel met het ritme mee,
voordat het spektakel in al zijn glorie losbarst

Een paar minuten later is het
wonderlijk tastbare moment voorbij
Een diepe zucht slaakt door de ruimte,
alvorens het applaus de harten vult
Ongrijpbaar stil hangt de magie nog in de lucht

De klok in de slaapzaal slaat twee over drie
De tijd staat stil, hier op Thaleia

zaterdag 11 juli 2009

Thaleia

So! Dat was me er weer eentje. De dertiende Thaleia, die desondanks het eventueel negatieve getal niet in het water kón vallen, gewoon omdat het Thaleia is.
Zo veel leuke mensen, zo'n leuke sfeer, zo'n mooie locatie, zo'n goede leiding: dit is gewoon uniek en ik overdrijf dan ook niet als ik zeg dat ik me vereerd voel om mee te kunnen en te mogen gaan.
Ik denk dat ik deze Thaleia zal blijven herinneren om de vele keren dat ik helemaal dubbel heb gelegen. Bijvoorbeeld bij het volleyballen om zes uur 's ochtends, bij het stemmetje van het polygoon journaal, bij de bonte avond, bij het alfa-mannetje Wiet, bij de verhalen van de middagworkshop Tekstschrijven.
Ook zal ik niet gauw de klok op de slaapzolder vergeten, die koppig weigerde een andere tijd dan twee over drie aan te geven. Alsof de tijd er stil stond.
Kortom, doe allemaal even de Wijcher van links naar rechts, onder het genot van een luidkeels: THALEIA!

donderdag 2 juli 2009

Voor: Oom Buro

Het gonst al weken over de bovengarderobe, tussen de lockers door en als een lopend vuurtje de glazen deuren uit: 'Het is bijna Thaleia!' Ja, en bijna is een heel breed begrip. Dat rekt zich uit van ongeveer twee weken voor de proefwerkweek, als iedereen tot de ontdekking komt dat die er toch echt aankomt, tot aan één van de vele achtertuinzomerfeesten.
En nu is het dan echt bijna. Morgen alleen nog een paar boeken inleveren, wat toetsen ophalen (sommigen met de ogen dicht) en dan met weekendtas én gitaar én rugzak de bus in, op weg naar een of andere plaats in Zuidelijk-Limburg, waar de vrijheid hoogtij viert.
Het enige nuttige wat ik dan ook te melden heb, heeft met deze week van vertier en jolijt te maken.

'Er volgt een stilte van ongeveer zeven en een halve dag volgend op dit bericht en ingekomen reacties zullen pas na die tijd behandeld kunnen worden. Ik wens u nog een prettige week en hopelijk gauw tot snel binnenkort.'

Love Struck Baby

De zon schijnt laag over het perron, zijn stralen slechts bedoeld om je ogen te sluiten en je gezicht te laten warmen. Te mooi om waar te zijn, lijkt het wel.
Je staat dan ook bijna met open mond als de deuren zachtjes sissend openschuiven, en zíj daar staat. Donker omlijnd kijken stralend blauwe ogen je even aan, alvorens weer onder de rand van een hoed te verdwijnen.
Even vergeet je alles. De trein waar je net nog zo snel mogelijk in wilde stappen, de muziek die je net hebt gekozen en aandachtig naar wilde luister, de slippers aan je voeten die je hoog moet optillen omdat ze er anders afglijden. Je kan alleen nog maar dom staren naar een legging, laarzen, en blond golvend haar.
En die hoed. Een mooie hoed, zoals je die ook wel ziet bij van die 21ste eeuwse countryzangeressen. Ze zou er best een kunnen zijn.

Ergens bij Den Haag Ypenburg weet je dat je haar waarschijnlijk nooit meer zal zien. Maar dat geeft niet, want als je haar toch ziet, zal je nog dagenlang zweven.

zaterdag 27 juni 2009

Sweet Goodbyes

Momenteel zit ik te luisteren naar liedjes die ik niet allemaal ken, maar die wel allemaal heel goed zijn en lekker rocken. En dat van een band van Nederlandse bodem.
Krezip geeft vandaag zijn allerlaatste concert. Zelfs deze fan die welbeschouwd precies op het verkeerde moment is ingestapt, vind dit erg jammer. Heel graag had ik nog een keer naar een concert van Krezip gewild. Maar dat kan nu niet meer. Er rest nu slechts de smaak van een zoet afscheid.
Ik denk dat ik maar eens wat albums ga kopen. En dan natuurlijk duimen voor een reünieconcert over een paar jaar.

vrijdag 26 juni 2009

The king is dead. Long live the king!


"Er staat in metro dat MJ is overleden. had niet verwacht dat t zou gebeuren." Dat stond er vanmorgen in mijn sms'je aan mijn moeder, een kleine minuut nadat ik een metro van de stapel op het station in Zoetermeer had gepakt. Vijf minuten daarvoor had mijn moeder mij nog verteld dat Michael Jackson was opgenomen met een hartstilstand.
Eigenlijk zegt mijn sms'je alles wat ik op dat moment dacht. 'Nee, dit kan niet waar zijn. Dit is een grap.' 'Die man is onsterfelijk, hoe kan het dan dat hij nu toch dood is.' Blijkbaar houd je er geen rekening mee dat idolen van zulke proporties, ook maar mensen zijn.
Later, op de fiets, vroeg ik mij af hoe dit later herinnerd zal worden. Zijn wij nu de generatie van toen Michael Jackson doodging? Net zoals je de generatie van Diana en een generatie van Kennedy hebt? Ik weet het niet. Wat ik wel weet, is dat er een man is gestorven die briljante muziek heeft gemaakt die onder andere veel heeft gedaan voor de waardering voor Afro-Amerikanen.
Wie pakt de handschoen op? Of blijft hij voor altijd liggen?

maandag 22 juni 2009

Everybody's Gotta Learn Sometime

Geheel volgens mijn eigen goede gebruik, ging ik vanmorgen eigenlijk te laat weg, maar flikte het toch nog om op tijd te komen. Normaal gesproken zou ik dat het vermelden niet echt waard vinden, maar vandaag was het anders. Vandaag was mijn allerlaatste lesdag als vijfdeklasser. Dus over ongeveer een week mag ik mij, samen met vele anderen, zesdeklasser noemen. Dat voelt toch eigenlijk wel een beetje gek.
Zesdeklassers zijn die bijna grote mensen van de examenstunt, van het omduwen van een nieuwe lading bruggers, van alleen maar achtste uren, van examenvrees, van het afkraken van het nieuwe leerlingbestuur, van mondelingen voor van alles en nog wat, van de CE's en SE's, van 'de BINAS is je beste vriend, het is echt waar!' en natuurlijk van de eindexamenfeesten. En nu ben ik dat.
Nou ja, nog niet helemaal. De laatste schooldag heb ik in ieder geval gehad. Ik had er zelfs speciaal mijn haar voor laten knippen. Niemand die er iets van heeft gezegd.
Morgen eens kijken of er mensen zijn die mijn blog wél lezen...

zaterdag 20 juni 2009

Middagje Zoeterméér

Het oranje vierde vandaag hoogtij in het Stadshart. Overal dartelden oranje ballonnen rond, afkomstig van de kraampjes van de Volks Universiteit Zoetermeer. Waarschijnlijk één van de vele geflopte pogingen om het geveinsde imago van Zoetermeer op te vijzelen. Maar daardoor viel het oranje wel meer op. Van het oranje logo van de bibliotheek, naar het oranje reclamebord van Arke.nl (dacht het dus niet), naar de hesjes van afvalopruimers tot het oranje tasje dat in mijn hand heen en weer zwaaide. Zojuist bij de Paagman een Vaderdagcadeautje gekocht.
Net toen ik de Paagman uitliep, zag ik een jongetje van een jaar of zeven met een blindengeleidestok, aan de hand van zijn moeder. Je zou haast vergeten dat je ook zo op kan groeien.

Die twaalfde juni

De vogels fluiten hun midzomerlied
In zijn oneindig groot domein
schijnt de namiddagzomerzon
zijn warmte op mijn gezicht
Met mijn liefde en mijn vrienden lig ik zij aan zij
met de hemelsblauwe lucht
Het gras kietelt zachtjes in mijn nek
en de vlinders in mijn buik kietelen zachtjes terug
Steunend op mijn ellebogen glijdt mijn blik
langs melkbenen en zomerrokjes naar
het ongrijpbare verdwijnpunt achter de struiken
Langzaam slokt het alles op, maar
vraatzucht is slechts de boodschapper van
zijn eigen teloorgang, daar op mijn horizon
Maar hier sta ik, met de toekomst in mijn handen
en het leven om mij heen
Ik kijk omhoog langs een luchtig bladerdek
naar vleugelvlugge vliegjes tevreezoemend
op een achtergrond van blauw
Morgen, bij het vinden van verloren grassprieten
in mijn haar, is deze dag voorbij.
Later, bij het vinden van oude vrienden,
zal deze dag nooit voorbij zijn gegaan.

vrijdag 19 juni 2009

Voor jullie

Ik lag laatst op mijn rug in het gras bij iemand in de achtertuin en ik zocht naar een gespreksonderwerp. De zon maakte het mij uiterst moeilijk, doordat hij zo lekker scheen dat in stilte genieten van het moment, het enige juiste was om te doen.
Net op het moment dat ik over mijn blog wilde beginnen, hield ik mezelf tegen. 'Is het niet een beetje opdringerig om over je eigen bezigheden te beginnen?', dacht ik bij mezelf. Zo lag ik een tijdje te draaien en woelen in mijn hoofd. Uiteindelijk heb ik het toch maar gewoon ter sprake gebracht.
"O, wat leuk! Waarom heb je dat niet eerder gezegd?", was één van de reacties. "Ach ja, ik vond het eigenlijk zo zelfgecentreerd klinken, om over mezelf te beginnen."
Toen kwam het mooiste wat ik ooit gehoord heb: "Maar wij zijn toch je vrienden?"
'Ja,' dacht ik, 'jullie zijn mijn vrienden. En jullie niet alleen, maar nog veel meer mensen. Bij hen voel ik mij thuis.'
Nu ik er zo over terug denk, realiseer ik me het hoe mooi dat wel niet is, vriendschap. Het is één van de dingen waardoor je sterker in het leven staat. Eén van de tederste dingen die je kan bezitten, die je kan koesteren in je hart...
Een raar gevoel ter hoogte van mijn middenrif en tranen in mijn ooghoeken ... tijd voor een gedicht dan maar.

donderdag 18 juni 2009

How do YOU communicate?

Soms lijkt het wel alsof vrouwen van een andere planeet komen. Alsof ze daar op Venus nooit hebben leren kaartlezen, praten over echte dingen en foutloos achteruit inparkeren. Daar lijkt mij geen redden meer aan.
Soms ook, lijkt het alsof vrouwen een andere taal spreken, een andere manier hebben van communiceren. Daar gaat het boek You Just Don't Understand van Deborah Tannen over. Zij analyseert de communicatie van mannen en vrouwen als volgt.
Mannen leven in een wereld van status en onafhankelijkheid, en handelen dus om hun hogere status te behouden of te bemachtigen en om hun onafhankelijkheid te onderstrepen.
Vrouwen leven in een wereld van verbondenheid en intimiteit, in de zin van een hechte en betrouwbare relatie. Zij handelen dus juist om verbondenheid te behouden en te versterken en om de gelijkheid te onderstrepen. Aan de ene kant wordt er dus gestreefd naar assymmetrie en aan de andere kant naar symmetrie. Dit leidt tot verschillende interpretaties van dezelfde situatie en dus ook tot onbegrip aan beide kanten.
In haar boek illustreert Deborah Tannen dit op een leuke en begrijpbare manier en tijdens het lezen zal er menig kwartje gaan vallen.

Dus, heb jij altijd al willen weten waarom mannen 's ochtends zo gauw mogelijk achter een krant duiken, terwijl jij interesse wilt tonen door een gesprek te beginnen?
En heb jij altijd al willen weten waarom vrouwen na een lange en vermoeiende dag het liefst diezelfde dag nóg een keer tot in detail met je door willen nemen?
Probeer dan zo snel mogelijk een exemplaar van You Just Don't Understand te pakken te krijgen (kan ook in het Nederlands: Je begrijpt me gewoon niet!) Ik heb er nog één liggen...