maandag 28 september 2009

Mode: Bewust


De tafeldame bij De Wereld Draait Door
is voor een mannen-voor-mannenblad op
zoek naar de nieuwe Arie Boomsma a.k.a.
Onze Verlosser

Hij moet menig mannenkruis en vrouwenhart
sneller doen gaan kloppen. Hij is charmant,
good-looking en bij voorkeur zelf
geen homo

Voordat Frits Sissing er met het concept vandoor
gaat, moet de godenzoon gevonden worden
Zelfs Matthijs van Nieuwkerk draagt
suggesties aan

Waar vindt men toch dit hedendaags wonder?
Waar is het antwoord op onze gebeden?
Naast bushokjes en op stations is de held al onder
de mensen

Gehuld in trui, sjaal en baard staat
Jezus in de Zweedse importmode
De nieuwste wintercollectie van onze
Heer&Majesteit

zondag 27 september 2009

Tomaten

In de politiek is het een noodzaak om te blijven vechten voor je standpunten en de gunst van de kiezer. De SP heeft deze reden aangegrepen om doelbewust bushokjes te bekladderen met de opruiende tekst: '65 blijft 65'.
Het is natuurlijk slim om jezelf te profileren, maar waarom nu? Wil de SP soms de totale overwinning behalen bij de gemeenteraadsverkiezingen? Lijkt me niet erg logisch. Hebben ze geld te veel? Kleine partij, kleine kas. Heeft dit voorstel van de regering de gevoelige snaar geraakt en voelden ze zich verplicht om iets te doen? Waarom dan niet wachten tot er verkiezingen zijn die er echt toe doen?
Maar wacht eens even. Als Balkenende tussen Brussel en Strassbourg gaat pendelen, zal er hier op nationaal niveau pas echt een hevige strijd losbarsten. De PVV die inspeelt op emotie, D66 die maant tot nadenken, de VVD die zijn draai moet zien te vinden, het CDA dat wil blijven regeren en de overigen die om het hardst roepen om de overgebleven kiezers; allen zullen zij moeten strijden.
Maar dit ligt allemaal nog besloten in de toekomst en niets is zeker. Ik zou mijn banners, flyers en petjes nog maar even achter de hand houden.

vrijdag 25 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel IV

De huizen glijden voorbij aan de trams in de straat, weerspiegeld in de blauwe ogen van de man op de achterbank. Van Baalen zit pas een paar maanden bij de AIVD, maar hij is trots. Nu al mag hij met de beroemde en beruchte De Wildt aan een zaak werken. Hij zal straks de anonieme redder van het land zijn.
Maar nu moet hij met een paar detectives veldwerk gaan doen, belachelijk. Je moet gewoon opschrijven dat je ziet dat er iets mist. Met zijn vinger maakt Van Baalen een smiley op de ruit. Achter de vetvegen draait de Edisonstraat de horizon op.

De Bruin kijkt de typische Haagsche woonkamer rond. Het bevindt zich op de eerste verdieping, heeft een overhangende serre aan de straatkant en strekt zich uit tot aan het uitzicht over de tuin. De ravage die hier is aangericht is net zo compleet als in het huis in de Mechelsestraat. Banken verschoven, tafeltjes omgegooid, tv op de grond, kussens verscheurd en flarden tijdschriften zachtjes neergedaald op het geheel.
Het enige wat hier anders is, is de tekst die met gigantische zwarte letters op de pas behangen muur is geverfd. Het stel dat hier woont, kan al die avonden werk weer gaan inhalen. De Bruin is niet bezig met het voelen van medelijden, maar probeert de tekst op de muur te analyseren, terwijl zijn ogen er voor de zoveelste keer overheen glijden.

Eenzaam maar niet alleen,
In het gezelschap van goede huize

- Michaël -

“Ach, Thomas. Wat wil je toch zeggen?”, fluistert De Bruin en begint zijn spullen in te pakken. Thuis maar verder nadenken. Kevin Sonderland volgt zijn voorbeeld. “Hé, wacht even”, verbreekt Van Baalen de stilte. “We zijn nog niet klaar. Misschien zit er wel een boodschap verborgen onder deze troep.” Van Baalen begint een dwarsliggende bank weer rechtop te zetten. “De boodschap staat daar levensgroot op de muur. Er is geen verborgen boodschap onder de troep.” “Maar dat was in het andere huis toch ook zo?” “Luister, als De Wildt gelijk heeft, dan zeg ik dat Mike geen raadseltjes heeft verstopt. We hebben de twee zinnen, we zijn klaar.”
“Nou, ik hoorde anders net de agenten iets zeggen over een verdacht opgesteld droogrek” zegt Sonderland. De Bruin werpt een verbaasde blik zijn kant op en ziet dan de vette knipoog. Met moeite kan hij zijn lachen in bedwang houden als Van Baalen haastig de kamer uit beent, de trap op.

Er hangt een ijzige sfeer in de auto als De Bruin Sonderland naar huis brengt, ieder in zijn eigen gedachten.
“Kevin”, zegt De Bruin ineens. “Ik denk dat je maar eens meer moest weten over Mike van Hasselt.” Sonderland gaat even verzitten en is dan muisstil. “Je weet dat ik vanmiddag bij de hoofdcommissaris heb gezegd dat Mike niet helemaal … stabiel was, om het zo maar even te zeggen.” “Ja.” “Maar hij was niet altijd zo. Eigenlijk was hij nooit zo.” De Bruin’s ogen stellen scherp op het niets in de verte. “Mike was een rots in de branding, een vriend op wie je altijd kon vertrouwen. En hij was de laatste paar weken voor het misdrijf zo gelukkig, alsof hij het leven opnieuw had gevonden. Hij had weer een geliefde gevonden om van te houden en zij hield van hem.” De Bruin valt stil en alleen de motor ronkt rustig verder. “Weet jij wie ze was, Kevin?” “Nee.” Met gebroken stem zegt De Bruin: “Ze was het slachtoffer in de Mechelse-zaak. Ze zouden gaan trouwen.”

zaterdag 19 september 2009

Doe jij even de boodschappen?

De supermarktoorlog is weer nieuw leven ingeblazen met een 'spaar-ze-allemaal' offensief. Nergens komt dit zo goed tot uiting als in het winkelcentrum Rokkeveen, waar het Milleniumdoel en de Zaandammer recht tegenover elkaar de loopgraven hebben uitgestald.
Waar voor de zomer de kluwen kindertjes zich te goed deden aan nietsvermoedende klanten met voetbalplaatjes, is het nu een drukte van jewelste aan de overkant. Voor de schuifdeuren heeft het management alvast een touw gespannen, waar de minderjarige belagers zich achter verzamelen, als zijnde journalisten bij de rode loper.
De nieuwe collectoritems zijn kleine poppetjes (niet geschikt voor kinderen onder 36 maanden) die slechts één boodschap uitdragen: Ga!Ga! Daarbij hoort ook een reusachtige, opblaasbare, opperhoofd Ga!Ga! Wij in Rokkeveen hebben het E=mc^2 opperhoofd.
Eerst dacht ik dat het de mascotte was van een mislukte campagne om tevergeefs kinderen blij te maken met belangrijke wetenschappers uit het verleden. Niks bleek minder waar.

We hebben nu wel een horde kinderen die erg bedreven raakt in het bedelen. Dat wel. We hebben nog geen flauwgevallen boodschappenmoeders. Jammer.

vrijdag 18 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel III

De tikkende hakken van de secretaresse worden gesmoord door het enige tapijt in heel het gebouw. Het tapijt leidt naar het enige belangrijke bureau in het gebouw, het bureau van hoofdcommissaris Jan de Goede.

De secretaresse opent de deur en De Bruin en Sonderland stappen naar binnen. Commissaris Henk Desiderus staat op en zijn arm nodigt het tweetal uit naar de stoelen, het bureau en de hand van de hoofdcommissaris. De arm zwaait verder: “De Wildt en Van Baalen. AIVD, Directie Democratische Rechtsorde. Van Baalen zal jullie assisteren bij het verdere onderzoek.” De in zwart pak gehulde mannen achter de hoofdcommissaris doen geen moeite handen te schudden. De Bruin kijkt verbaast. “AIVD?” “De ontsnapte gevangene wordt gezien als een gevaar voor de staat”, antwoordt de hoofdcommissaris.
Desiderus onderbreekt de verontrustende gedachten van De Bruin: “Jullie zeiden dat jullie iets gevonden hadden? Wat is het?” De Bruin legt het papiertje op het bureau van de hoofdcommissaris. “Onder de spitse blik van een heilige visser, is een man van stand aanwezig. Wat voor raadseltje is dit?” “Ik denk dat het een aanwijzing is, meneer.” “Waar naartoe? Een schat?”, zegt de hoofdcommissaris spottend. “Moeten we gaan schatgraven?” De Bruin klemt zijn kaken op elkaar en slikt zijn ergernis weg. De hoofdcommissaris is niet een man die tegenspraak duldt.
“Ik vermoed dat het naar een bepaalde plek kan leiden. Maar ik heb geen idee waar.” “U kent de man toch?” De hoofdcommissaris zoekt naar bevestiging bij Desiderus. Desiderus knikt. “Dan kunt u toch op zijn minst een goede gok maken.” “Het klopt dat ik Mike van Hasselt ken en normaal gesproken zou ik kunnen voorspellen waar hij heen wil, maar nu … gezien zijn toestand…” “Welke toestand? Dat deze Van Hasselt iets heeft gedaan, wil nog niet zeggen dat hij gek is geworden.”
De Bruin kijkt met doffe ogen naar de hoofdcommissaris en moet moeite doen om de ergernis en het verdriet in zijn keel weg te slikken. Desiderus valt hem bij: “Meneer, excuseert u inspecteur De Bruin. Van Hasselt en hij waren goede vrienden toen Van Hasselt…” Desiderus aarzelt bij de volgende woorden: “…toen Van Hasselt uit het niets een dubbele moord pleegde. We zijn dus niet zeker van zijn toestand en de motieven voor zijn daden. In het verleden of in de toekomst.”
De vallende stilte wordt in de lucht onderschept door de diepe stem van De Wildt. “Was hij gestructureerd?” De Bruin kijkt op en ziet nu pas de waakzame ogen in het verder zo doorsnee postuur. Het enige andere dat opvalt is het speldje in de vorm van een leeuw op het colbert van De Wildt.
“Was de verdachte, Van Hasselt, voordat hij de misdaad beging gestructureerd, ordelijk, duidelijk?” De Bruin knikt. “Gestructureerde mensen veranderen niet”, zegt De Wildt gedecideerd. “U lijkt mij een slimme man en uw reputatie bevestigt dat. De eerste inbraak pleegde hij op hetzelfde adres van de moord. Welke andere plekken zijn voor de verdachte logisch om naar toe te gaan?” “Ehm, een logische plek om naar toe te gaan zou…”
Een onrustig kloppen aan de deur onderbreekt De Bruin in zijn zin en zonder op antwoord te wachten stapt een agent binnen. “Meneer, er is opnieuw ingebroken en we denken dat het weer de Mechelse is.” De Bruin’s hersenen racen langs alle mogelijkheden. “Waar?” “Edisonstraat, meneer.” De Bruin draait zich om en zoekt de ogen van De Wildt.
“Zijn oude adres”, zegt hij met verbijsterde blik.

donderdag 17 september 2009

Prinsjesdag, regendag

Op een enigzins druilerige dinsdagmiddag daalde een gouden koets af van het paleis naar de Ridderzaal. De boodschap was nuchter en somber. We zitten in een moeilijke tijd en moeten ons daar samen uit redden. 'Jong en oud, burgers en bestuurders, werknemers en werkgevers.' Dit alles om tot een 'economisch en sociaal krachtig Nederland' te komen, waar we geen torenhoge staatsschulden doorschuiven naar de volgende generatie, waar we doorwerken tot ons 67ste en waar we de lonen moeten matigen, ter wille van de werkgelegenheid.
Geld kan je lenen, tijd niet. En toch wil de regering twintig onderzoeksgroepen instellen die gaan onderzoeken waar al dat geld heen moet gaan. Tijdens de algemene beschouwingen illustreerde Alexander Pechtold de overvloed aan commissies en onderzoeksgroepen op een treffende manier. Een vijftig centimeter hoge stapel met rapporten. Van Geel gaf als commentaar dat hij met losse rapporten niets kon. "Zal ik er dan een nietje doorheen slaan, meneer Van Geel?"
Pechtold had het ook juist bij de opening van het Academisch jaar in Leiden. In zijn verhaal maakte hij duidelijk dat de wetenschap zich in dienst moet stellen van de gewone man en dus ook van de economie. Troonrede: 'De heroverwegingen moeten er ook toe leiden dat onderwijs, kennis, innovatie en ondernemerschap doelgerichter worden ingezet om economische groei te bevorderen.'
Er komt een tijd aan met veel zware keuzes, allen even bepalend voor de toekomst van Nederland.
Wat voor jurk had Maxima eigenlijk aan?

Gute Nacht, Freunde

Er staat een man op het podium en hij geniet zichtbaar van het moment. Als hij naar de gezichten kijkt, ziet hij leerlingen, collega's, vrienden. Grootse en prachtige dingen zal de toekomst hem geven, maar afscheid nemen van het oude en vertrouwde, is altijd lastig.

Sorghvliet neemt afscheid van meneer Vogel, op de manier zoals dat Sorghvliet betaamt. Met toneel en zang, met komedie en emotie, met docenten en leerlingen. Sorghvliet neemt afscheid met de sfeer die Sorghvliet zo eigen is, die ook het docentenkorps zo eigen is.
Ik kan oprecht zeggen dat het voor mij een eer is hieraan te hebben meegewerkt. Dat ook ik afscheid heb kunnen nemen van meneer Vogel, leraar Duits, die ik altijd zal blijven herinneren om de momenten in de klas dat hij zei: "Eigenlijk is het wel gezellig om de hele les te blijven kletsen." En vervolgens moeiteloos een lesuur vulde.
Afgelopen vrijdag heb ik weer mogen meemaken hoe goed die man kan omgaan met het podium, de schlagers en het publiek.

Meneer Vogel, ik wens u het beste en niets minder.

zaterdag 12 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel II

Langzaam rijdt een auto over de klinkers van de Mechelsestraat, alsof hij met tegenzin zijn motor draaiende houdt. De bestuurder stapt uit en slaat de kraag van zijn jas op tegen de zeewind, die hier zijn domein al verdedigt.

De Bruin kijkt om zich heen en herkent de straat beter dan hij eigenlijk zou willen. Het drama dat zich hier voltrok, daar denkt hij liever niet meer aan. Hij loopt naar de voortuin van het hoekhuis en eenmaal onder de afzetlinten door, gaat hij het huis binnen door de al openstaande voordeur.
Waar de hal gevuld is met betraande ogen vol ongeloof, is de woonkamer gevuld met een vreselijke bende. Boekenkasten zijn geleegd, kastjes zijn opengebroken, hun inhoud verspreid over verschoven banken en gekantelde bijzettafeltjes. Waarom heeft Thomas dit in hemelsnaam gedaan?
“Jaap! Goedemorgen.” Kevin Sonderland heeft zich losgemaakt van een druk schrijvende agent en loopt op hem toe. “Goedemorgen. Zijn er al voetsporen gevonden?” “Ja, aan de zijkant van het huis, maar ze lijken niet relevant.” “Maar de sporen geven altijd duidelijke aanwijzingen.” Kevin schudt zijn hoofd. “We hebben iets beters, kom maar mee naar de tuin.”
Langs de rand van de tuin vormt een haag coniferen de scheiding met de buren, maar zij kunnen niet het rare tafereel verhullen op het grasveldje in het midden van de tuin.
Meteen zichtbaar is een provisorisch gekerfde cirkel, die als een litteken het pasgemaaide gras verminkt. Bij een tweede blik zijn langs de rand van de cirkel ook getallen zichtbaar. Bovenaan staat de 0, op 1/8 van de cirkel 50 en op gelijke afstand staan 100, 150, 200, 250. Daar houdt het op. “We zijn al ongeveer een kwartier bezig om te bedenken wat het is, maar we komen er niet uit.” De Bruin draait zich om naar het huis. “Breng me naar het balkon.”

Kevin Sonderland loopt voor zijn baas uit naar het balkon. Hijzelf heeft al lang op het balkon gestaan, maar is niet veel wijzer geworden dan hij beneden al was. Maar ja, hij heet dan ook niet Jaap de Bruin. Hij ziet hoe De Bruin zijn blik laat glijden over de tuin en vervolgens in de verte tuurt. Resoluut draait hij zich om en gaat weer naar beneden. “Waar is de keuken?” Op het moment dat Kevin wil antwoorden, gaat zijn telefoon.

De keuken ziet er schijnbaar onberoerd uit, en toch weet De Bruin zeker dat hij hier moet zijn. Hij loopt naar de kookplaat, waarop de pannen van de vorige avond nog staan te wachten op de afwas, gaat door de knieën en doet de oven open. “Hebbes”, zegt hij en pakt een wit strookje papier, dat prijkt als sneeuw op de zwarte aarde. De Bruin leest de tekst op het papier:

Onder de spitse blik van een heilige visser
Is een man van stand aanwezig

- Thomas -

Kevin komt de keuken binnen. “Henk Desiderus belde net, we moeten ons meteen melden.” Twee wenkbrauwen kijken hem fronsend aan. “Die man belt altijd precies op tijd.” “Maar we hebben alleen een overhoop gehaalde woonkamer en een grascirkel in de tuin.” “En we hebben een aanwijzing van onze dader.” De Bruin zwaait het papiertje voor Kevin’s verbaasde gezicht.

woensdag 9 september 2009

Inkt op de vingers

Er zijn mensen die het NRC openslaan, zo snel mogelijk doorbladeren naar de 'ik@nrc.nl' (naast de Fokke en Sukke) en daarna de krant wegleggen. Dat is gewoonweg zonde. Want juist als je de krant gaat lezen, kom je de interessante artikelen tegen.
Zo blijkt vandaag uit een rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving dat het kabinet geen enkele van de voor 2020 gestelde milieudoelen zal halen. Niet op het gebied van duurzame energie, niet op het gebied van de reductie van broeikasgassen en ook niet op de gebieden van energiebesparing, zuivering van oppervlaktewater en terugdringen geluidshinder.
Nu zal de 'doorbladeraar' denken: 'Ik? Wat kan ik daar nou tegen beginnen?' En dat is precies de mentaliteit die ons de das om doet. Natuurlijk moet de overheid haar rol innemen, maar ook wij, degenen die doorhebben dat het zo niet anders kan, moeten ons steentje bijdragen. Wij zijn het juist die moeten beginnen, die het goede voorbeeld moeten laten zien.
Het is niet langer de tijd voor navelstaarderij, of zo u wilt, de tijd om te staren naar het onderste knoopje van de blouse, dat begint te knappen onder het groeiende volume van het probleem waar we uiteindelijk allemaal mee in de maag zitten.
Het is tijd om met de oplossing te beginnen.

dinsdag 8 september 2009

Si tu t'imagines - Raymond Queneau

Voordat de zon het Franse strand verlaten heeft, haasten wij ons nog snel naar een onvindbare parkeerplek. Steunend en kreunend beladen wij ons met campingstoelen, zonnebrandcrème, badhanddoeken, …

Si tu t’imagines
si tu t’imagines
xa va xa va xa
va durer toujours


… boeken en een beachball-set. Rijen families zweten zich langs dezelfde strandopgang.
Opeens staat wat verderop een meisje stil, draait zich om en lacht uitnodigend in mijn richting. Ik voel dat mijn ogen zenuwachtig naar iets anders zoeken om naar te kijken. Tot overmaat van ramp begint ze ook nog te zwaaien.

La saison des za
la saison des za
saison des amours


In gedachten laat ik de boeken en de campingstoel los en zwaai terug. In gedachten, totdat de schim van een klein jongetje tussen mijn broertje en mij doorschiet, zo in de armen van de lach.
De lach die er nog altijd is.

Ce que tu te goures
Ce que tu te goures

vrijdag 4 september 2009

De Leeuwenkuil: Deel I

Gedempt lopen zijn voeten door het dauwnatte gras. Haastig springt hij over een opgedroogd beekje en glibbert inwendig vloekend de natte kant op. Nog vijftig meter en dan is hij in de veiligheid van het bos. Aan de rand kijkt hij nog eenmaal om naar de zuidmuur van de Scheveningse gevangenis. Geen alarmbellen, geen honden, geen zoeklichten. De nacht is stil, afgezien van de bladeren die zachtjes ruisen.
De straat aan de andere kant van het bos is verlaten. Links ziet hij de opgebroken straat en rechts gaat de weg door tot in de verte. Auto’s beginnen te glanzen in de vallende motregen. Hij doet zijn capuchon op en steekt over, de woonwijk in. Door de wolkjes condens van zijn eigen adem heen telt hij de huizen en probeert de nummers te onderscheiden. Met elke stap komen er meer herinneringen terug, met elke voortuin meer geuren en met de ploffende regen, de geluiden.

… een barstende koppijn die zijn hoofd in tweeën scheurt … spetters overal op het behang … moddersporen die leiden naar de keuken … het geluid van versplinterend glas … een levensloos lichaam dwars over de bank … mannen sleuren hem overeind, een mes valt uit zijn hand …

Een losse stoeptegel verlost hem uit het verleden. Half struikelend komt hij weer bij zinnen en ziet dat hij voor het juiste huis staat. Het balkon met de klimop, de grote ramen van de woonkamer en de laurierstruik die het wit en groen geverfde hek flankeert. Alles is grijs in het oranje licht van de lantaarnpalen.
Zijn blik glijdt rond, maar ziet niets verontrustends. Hij klimt over het hek en stopt even bij de garagedeur. Een ijskoude huivering loopt over zijn rug. “Het moet gedaan worden”, mompelt hij in de capuchon. “Dit is het einde. Hierna nooit meer.”
Hij voelt in de zak van zijn veel te grote joggingbroek en zijn hand omsluit het zware speldje, dat er nog altijd zit. Hij drukt de opwellende tranen weg en zijn ogen worden koel en zakelijk. Uit zijn andere zak pakt hij een mes, terwijl hij de struiken volgt naar de tuin.

De telefoon op het bureau van hoofdinspecteur Jaap de Bruin rinkelt zes keer voordat er wordt opgenomen. “Met De Bruin.” De Bruin wrijft op zijn slapen om de beginnende hoofdpijn te onderdrukken. “Jaap, met Kevin. Herinner jij je die zaak van drie jaar geleden nog? Die moordzaak?” De Bruin schiet overeind. “De Mechelse? Wat is ermee? Heb je iets gevonden? Waren het toch de voetafdrukken?” “Nee, het is de dader. Hij is vannacht ontsnapt en is daarna een huis binnengedrongen.” Het was stil aan de andere kant van de lijn. “En Jaap…hij heeft wat achtergelaten.”

donderdag 3 september 2009

Je doet het toch voor de meisjes

Als je nog een boek moet lezen voor Nederlands en je wilt tegelijkertijd een leuk, goed en niet al te dik boek, neem dan Het leven uit een dag van A.F.Th van der Heijden. De interessante diepgang blijft niet steken bij de titel, maar gaat verder in het boek zelf, als de twee geliefden uit het verhaal een moord begaan om zo altijd bij elkaar in de hel te kunnen zijn.
Als je geen zin hebt om een boek te lezen: 1. Ga je ergens in een hoekje zitten schamen. 2. Niet getreurd, de film over het boek is vandaag in première gegaan.
In de rol van Benny (de hoofdpersoon) vinden we Matthijs van Sande Bakhuyzen, die ook in Afblijven een rol vertolkte. De NRC-Next stond gisteren een leuk intervieuw van Monique Snoeijen met Matthijs, maar in de laatste alinea is hij mijn nieuwe held geworden. Quote:

' "Iedereen wil zo goed mogelijk zijn in zijn werk,(...) maar uiteindelijk doe je alles voor de meisjes, daar draait het om." (...) Het gaat volgens Van de Sande Bakhuyzen in het leven maar om één ding: "Liefde, liefde, liefde." Zijn zoektocht zou wel eens lang kunnen worden. In zijn woorden: "Jullie zijn met zoveel." '

Amen

Bron: NRC-Next

woensdag 2 september 2009

Uniform

Wat doe als je serieus hulp nodig hebt? Wie bel je in noodsituaties? Juist, dan bel je de politie. Maar wat doe je als je de hulp van de politie nodig hebt en er staat al een agent langs de kant van de weg, schijnbaar in staat om jou te helpen? Je roept dat hij moet komen helpen. Stel je nu eens voor, dat de agent geen vin verroert.
Het lijkt misschien te raar voor woorden, maar toch gebeurde het maandagmiddag in de buurt van Amstelveen. Een getuige probeerde na een ongeluk tussen een politieauto en een gewone auto de bestuurder uit de te water geraakt auto te redden, maar de agent deed niets en zij dat hij op versterking moest wachten.
Te raar voor woorden? Misschien niet. We moeten namelijk niet vergeten dat agenten ook maar gewoon mensen zijn en niet een soort van superhelden. Zij kunnen niet altijd het hoofd koel houden, hoe zeer de tv ons dat wil doen geloven. Agenten kunnen ook in shock raken.
Het is begrijpelijk dat de reagerende getuige meer verwachtte van de agent en in deze tijden waarin de politie toch al niet positief in het nieuws komt, is dit niet de PR die ze nodig hadden.
Maar toch wil ik vragen om een beetje medeleven voor deze agent.

Bron: AD Haagsche Courant