maandag 16 november 2009

Timmertje

"Timmertje! Timmertje!"
Ik ben bijna zeven jaar oud en mijn broertje en ik schaatsen op onze sokken - van die goede gladde - rond de salontafel, om de bank heen en draaien in de keuken een pirouette, om dan al glijdend de woonkamer weer onveilig te maken. Op de achtergrond schalt de stem van commentator Frank Snoeks bij de Winterspelen van 1998 in Nagano: "Timmertje! Timmertje! Wat ga je doen?" Wij schallen vrolijk mee.

Helaas lijkt de glansrijke schaatscarrière van sprintster Marianne Timmer nu voorgoed voorbij. Ze had nog één keer willen vlammen op het ijs in Vancouver, maar door een val op de 500m bij de World Cup afgelopen vrijdag, is Vancouver nu onbereikbaar. Drie maanden moet ze herstellen van verscheidene breuken in haar hielbeen en een scheur in haar enkelband. Doodzonde, zeker als je bedenkt dat een sporter jaren naar de Spelen toe moet werken, om daar te kunnen schitteren. Ook is het zonde dat haar niet het afscheid gegund wordt, dat ze voor ogen had.
Ik hoop dat ik haar nog minstens één keer kan zien schaatsen op tv. Ik wil nog één keer beleven, horen, schreeuwen:"Timmertje! Timmertje!"

woensdag 4 november 2009

Klassieke muziek

Nog één seconde blijft het stil. Nog even krijgt de laatste noot de ruimte om te vibreren over de hoofden van het publiek heen, tegen de achterwand aan te botsen en van alle kanten het gehoor te vullen. Dan komt het applaus als een golf over het orkest heengespoeld en het houdt pas op wanneer de dirigent voor de derde keer afgaat.

Gisteren was ik bij een concert van het Atheneum Kamerorkest waar Pieter, een klasgenoot, eerste viool speelt. Zij speelden een stuk van Haydn, 'De Klok', en een stuk van Mozart. Na de voorstelling kwam ik te weten dat hij dat stuk op zijn elfde heeft gecomponeerd. Speelde hij dan nooit eens normaal buiten, vraag ik mij dan af.
Wat mij het meest opviel, waren de veelzijdige indrukken die men kan ondervinden bij muziek. Het stuk van Haydn zat voor mijn gevoel vol emotie, fijngevoeligheid, afwisseling van hard en zacht en welplaatste herhalingen, waar het stuk van Mozart weer wat rustiger was, met daaroverheen een klaterend pianostuk. Pieter vond juist het stuk van Haydn wat saai en dat van Mozart vrolijk en, met zijn eigen woorden: "Nou ja, gewoon Mozart."

Nu ben ik toch wel enigszins geneigd om aan te nemen dat hetgeen Pieter zegt, een vrij grote kern van waarheid bevat, maar er is maar één manier om het voor mijzelf uit te vinden. En dat is gewoon meer klassieke muziek beluisteren. Want zo'n orkest blijft toch prachtig.