zaterdag 20 juni 2009

Die twaalfde juni

De vogels fluiten hun midzomerlied
In zijn oneindig groot domein
schijnt de namiddagzomerzon
zijn warmte op mijn gezicht
Met mijn liefde en mijn vrienden lig ik zij aan zij
met de hemelsblauwe lucht
Het gras kietelt zachtjes in mijn nek
en de vlinders in mijn buik kietelen zachtjes terug
Steunend op mijn ellebogen glijdt mijn blik
langs melkbenen en zomerrokjes naar
het ongrijpbare verdwijnpunt achter de struiken
Langzaam slokt het alles op, maar
vraatzucht is slechts de boodschapper van
zijn eigen teloorgang, daar op mijn horizon
Maar hier sta ik, met de toekomst in mijn handen
en het leven om mij heen
Ik kijk omhoog langs een luchtig bladerdek
naar vleugelvlugge vliegjes tevreezoemend
op een achtergrond van blauw
Morgen, bij het vinden van verloren grassprieten
in mijn haar, is deze dag voorbij.
Later, bij het vinden van oude vrienden,
zal deze dag nooit voorbij zijn gegaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten