zondag 30 augustus 2009

Spring maar achterop!

Eens in de zoveel tijd vertelt mijn vader weer dezelfde verhalen over zijn jeugd. Nu heeft hij er natuurlijk meerdere, maar de verhalen over die goeie, ouwe Tomos-brommer komen altijd terug. Hoe zijn broer de begrenzing eraf haalde, en hoe hard dat ding wel niet ging, hoe hij op de hei ging crossen met de brommer, waar het in verste verte niet voor bedoeld was, en hoe hij een keer pech kreeg (met mijn moeder achterop) en zelfs de fietsers hem inhaalden, want hij kon niet harder.
Ik heb geen brommer en ik zal er waarschijnlijk ook nooit één hebben, omdat ik dat niet zo nodig vind. Maar ja, wat voor verhalen moet ik dan vertellen aan mijn kinderen? Ik heb niet gecrost over de hei en ik heb niet zo hard gereden dat ik toch maar vroeg of de begrenzing er weer op kon. Ik heb kranten rondgebracht in de stromende regen en blakende hitte. Ik fietste elke dag van huis naar het station en van het station naar school.

"Fietste jij dan nog, papa?" "Ja, wij hadden nog echte fietsen." "Wat zijn fietsen?" "Die zijn voor ouwe lullen!" "Nou, nou, niet zo negatief. Fietsen waren vroeger de normaalste manier van transport. Kijk, hier heb ik een plaatje" "Waar zit de ion-motor?" "Die hadden we toen nog niet. Je moest zelf trappen om vooruit te komen." "Zo, jij moet dan wel heel sterk zijn geweest, hè, papa?" "Nou, laat je spierballen eens zien? Volgens mij ben jij bijna net zo sterk!"

Bodybuilders op fietsen, zweet op het voorhoofd omdat de eerste bel al is gegaan en het nog zeker vier minuten fietsen is. Zo sterk als beren in deze goeie, ouwe tijd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten